donderdag 10 januari 2013

Nieuwe gemeenteraad begint met democratische tekorten

Autoritaire tendensen bij de installatie van de nieuwe Antwerpse gemeenteraad – Uiterst beperkte beleidsmarges voor de Antwerpse districten – Scherpe woordenwisselingen in Antwerpen en Borgerhout – Vermeende sociale fraude dan wel groeiende armoede als pijnpunt bij het OCMW – Onduidelijkheden en tegenstellingen bij Groen – Naar een nieuw organisatiemodel voor de sp.a? – De stap terug van Rood!-stichter Erik De Bruyn – Vragen van en voor de PVDA – Vlaams Belang op de sociale toer? – De zelfactiviteit van de sociale bewegingen...

[ P.S.: Deze blogpost is nogal lang uitgevallen. Om het geheel (hopelijk) leesbaarder te maken, heb ik een inhoudstafel of overzicht toegevoegd. Zo kan de lezer/es alles op zijn/haar eigen ritme doornemen. Spijtig genoeg ontbeer ik voorlopig (?) de mogelijkheid om elke dag korte(re) stukjes te schrijven... ]

Peter Veltmans


Overzicht


Uit de Gemeenteraad

Onder grote publieke belangstelling werd op 2 januari 2013 de nieuwe Antwerpse gemeenteraad eindelijk ingezworen. Meer dan 200 aanwezigen vulden de (schaarse) publieksbanken, terwijl er voor het stadhuis verzameld werd door actievoerders van Ademloos, leden van de socialistische bediende- en ambtenarenbonden BBTK en ACOD, het Anti-Fascistisch Front, de PVDA en Rood!. In een 'normale' werkelijkheid zou de installatie van een nieuwe gemeenteraad een ware hoogmis van de democratie kunnen zijn. Niet zo te Antwerpen. Daar start men blijkbaar liever met democratische tekorten.

Scheiding der machten?

De media focuste vooral op het feit dat Bart De Wever niet alleen de rol van burgemeester wil uitoefenen, maar ook de post van voorzitter van de gemeenteraad opeist. Vanop de oppositiebanken werd deze ambitie fel gehekeld door Filip Dewinter (Vlaams Belang) en Meryem Almaci (Groen). Zij spraken allebei over "een gemiste kans voor de democratie". Dat is het inderdaad, want daar waar een burgemeester deel uitmaakt van de uitvoerende macht, behoort de voorzitter van de gemeenteraad tot de wetgevende macht. Door beide posten te combineren, doorbreekt De Wever feitelijk de door Montesquieu zo geroemde 'scheiding der machten'. De vertegenwoordigers van de PVDA genoten blijkbaar vooral na van het grote applaus dat hun eedaflegging hen opleverde, want in dit debat vielen ze vooralsnog niet op. Ook de sp.a liet er zich niet over horen. Hetgeen wellicht mee te wijten is aan een gelijkaardige aanpak in het verleden, toen verschillende burgemeesters van sp.a-signatuur in Antwerpen eveneens beide posten combineerden.

Volmachten

In een normale democratie debatteren de verkozenen des volks (i.e. de wetgevende macht) ook eerst over de inhoud van het uit te voeren beleid (waarna ze die inhoud goedkeuren, desnoods meerder- tegen minderheid), alvorens ze de uitvoerende macht aanduiden. Daardoor weet die uitvoerende macht (in dit geval het schepencollege) meteen aan welk beleid zij geacht wordt uitvoering te geven. In Antwerpen doet men het tegenwoordig precies andersom: men verkiest eerst het schepencollege, men publiceert het nog niet door de gemeenteraad goedgekeurde bestuursakkoord alvast op de stedelijke website en... men stelt de discussie over het bestuursakkoord uit tot het einde van de maand. Feitelijk geeft de gemeenteraad hiermee oncontroleerbare volmachten aan het schepencollege. Men installeert daarmee voor minstens enkele weken een feitelijke dictatuur.

Machtsoverschrijding

Alsof hij dat nog eens wou onderstrepen, verklaarde de nieuwe, rechtse burgemeester vóór de installatie van de nieuwe gemeenteraad al in een TV-interview dat "de verandering al is begonnen". Meer bepaald verwees hij – zonder in details te treden – naar "beslissingen rond het drugsbeleid, de verdriedubbeling van de politiecapaciteit, de verdubbeling van de gerechtelijke capaciteit en het strenger optreden rond vuurwerk en overlast". Allemaal zaken waarover in de gemeenteraad nog geen woord gezegd werd. Ik zou geneigd zijn om te spreken over machtsoverschrijding of usurpatie, want De Wever geeft daarmee een wel heel ruime invulling aan de bevoegdheden van de burgemeester inzake veiligheid. Artikel 134, § 1 van de nieuwe gemeentewet stipuleert weliswaar dat "de burgemeester, in plaats van de gemeenteraad, politieverordeningen kan stellen", "In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners". Afgezien van het eindejaarsvuurwerk kan men zich de vraag stellen wat er onvoorzien is aan het drugsbeleid of hoe 'het geringste uitstel' van de verveelvoudiging van de politionele en gerechtelijke capaciteit 'gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners'...? Bovendien stelt diezelfde gemeentewet dat de burgemeester in zo'n geval verplicht is om over dergelijke daden "onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven [...], met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden". Waarna dit wetsartikel besluit met "Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd". De linkse oppositie zal wel weten welke vragen te stellen en welke motie in te dienen tijdens die 'eerstvolgende vergadering'...

Terug naar overzicht


Uit de districten

Ook de wisselwerking met de districtsraden levert nogal wat problemen op. In het verleden was het zo dat de bestuurscoalities op het niveau van de districten zoveel als mogelijk een afspiegeling vormden van de stedelijke coalitie. Dat zal ditmaal niet langer het geval zijn. Slechts in vier districten gaat het om dergelijke afspiegeling. Weliswaar zal de N-VA als partij aanwezig zijn in acht van de negen districtsbesturen. De partners zijn echter zeer verschillend. In de districten Hoboken, Merksem en Berendrecht-Zandvliet-Lillo wisten sp.a en Groen zich binnen te wurmen in de lokale meerderheid. In de oude kernstad kwamen N-VA, OpenVLD en Groen dan weer tot een akkoord, waarbij CD&V knarsetandend uit de boot viel. De enige districtscoalitie die volstrekt uit de toon valt, is zoals bekend deze te Borgerhout, waar de kartellijst van sp.a en Groen scheep gaat met de PVDA, zonder en bijgevolg tegen de meerderheidspartijen op het Schoon Verdiep. In Borgerhout wordt het dan ook uitkijken hoe het progressieve districtsbestuur rond haar ambitieuze plannen een draagvlak zal kunnen creëren waar dat Schoon Verdiep niet tegen opkan (zie ook verder).

Zelfstandig beleid?

Het ontstaan van dit lappendeken aan coalities kan echter niet verhullen dat de marges om een zelfstandig beleid te voeren op het niveau van de districten erg beperkt zijn. In het algemeen is het zo dat de districten vooral bevoegd zijn voor de zogenaamde 'persoonsgebonden' materies (denk aan cultuur, sport, jeugd, senioren en dergelijke). Hoewel diverse districten allerlei plannen inzake fietspaden en veiligheid voor de zwakke weggebruikers opnamen in hun bestuursakkoorden, is het toch wel zo dat de stad (in het dus nog steeds niet door de gemeenteraad goedgekeurde bestuursakkoord!) de wijkcirculatieplanning grotendeels, zo niet volledig, naar zich heeft toegetrokken. Veel ruimte om inzake mobiliteit eigen accenten te leggen, blijft er daardoor niet meer over. Tenzij de gemeenteraad dit onderdeel van het bestuursakkoord alsnog zou wijzigen (wat weinig waarschijnlijk is). Zo niet, dan heeft Meryem Almaci overschot van gelijk wanneer zij op de website van Groen-Antwerpen het districtsbeleid omschrijft als "het a la tête du client omgaan met de districten".

Geen cadeau

Dat betekent meteen dat oppositiepartijen zoals sp.a en Groen zichzelf geen cadeau gedaan hebben, door samen met N-VA deel te nemen aan deze grotendeels machteloze districtsbesturen. Problematisch zijn daarbij vooral districten als Antwerpen en Merksem, die inzake mobiliteit rechtstreeks onder druk zullen komen te staan, onder andere (maar niet alleen!) bij de uitvoering van het BAM-tracé (respectievelijk op Linkeroever en rond het Sportpaleis). De keuze om in te treden in dergelijke districtsbesturen ondermijnt feitelijk de oppositiemogelijkheden van sp.a en Groen op het niveau van de stad in haar geheel.

Antwerpen en Borgerhout

Bij de installatie van de nieuwe districtsraden van Antwerpen en Borgerhout hadden de rechtse partijen gehoopt de show te kunnen stelen. In Antwerpen hoopte vooral N-VA uit te pakken met de eerste districtsburgemeester van Turkse afkomst. Het Vlaams Belang dacht haar kans schoon te zien door scherp van leer te trekken tegen de hoofddoek van PVDA-districtsraadslid Karima Amalika (daarbij abstractie makend van het keppeltje van OpenVLD-raadslid Samuel Markowitz). In Borgerhout trokken Alain Herremans (N-VA) en Nahima Lanjri (CD&V) tijdens de installatievergadering dan weer fel van leer tegen de aanwezigheid van 'extremisten' in de progressieve districtscoalitie. In beide gevallen wist de PVDA hen te loef af te steken. In Antwerpen via de woorden van Nadine Peeters (PVDA-fractieleidster in het district): “Laat ons alsjeblief ook in dit district inzetten op een beleid dat uitgaat van de noden van de inwoners en dat probeert hen te verbinden in plaats van te verdelen”. In Borgerhout door de gevatte repliek van PVDA-districtsschepen Zohra Othman: “De enige graadmeter zal voor ons de Borgerhoutse bevolking zelf zijn en niet de verwijten rond extremisme”. Later op de avond kreeg ze de vraag toegeworpen wat ze zou doen als het schepencollege van de stad de plannen van het district inzake het verkeersvrij maken van het Moorkensplein niet zou willen honoreren. Ze antwoordde laconiek dat dan “de bevolking zal gemobiliseerd worden”. Alvast een duidelijk antwoord.

Terug naar overzicht


Over het OCMW

Na de gemeenteraad werd ook de raad van het OCMW geïnstalleerd. Meestal is dat iets wat meer in de schaduw gebeurt. Niet zo deze keer. De nieuwe voorzitster van het OCMW (en tevens superschepen voor sociale zaken) is immers N-VA-coryfee Liesbeth Homans. Die liet in tal van interviews verstaan dat ze weliswaar oog wil hebben voor “mensen die echt hulp nodig hebben”, maar dat ze toch vooral vindt “dat er in het verleden te weinig politieke steun bestond om sociale fraude aan te pakken”. Die uitspraak schoot terecht in het verkeerde keelgat van de sp.a. Haar vertegenwoordigers in de OCMW-raad wezen er eerst op dat er ook in het verleden reeds streng gecontroleerd werd op mogelijke sociale fraude. Bovendien benadrukten ze “dat fraude slechts in een minderheid van de gevallen gebeurt; door haar uitspraken creëert de nieuwe OCMW-voorzitter meteen een weinig genuanceerd beeld van de Antwerpse OCMW-klanten”.

Opvallende nieuwkomers

Bij de leden van de OCMW-raad zijn er ook drie opvallende nieuwkomers. Zo vaardigt N-VA Chris Morel, vader van wijlen Marie-Rose Morel af. De man kan zich enkel verplaatsen via een rolstoel, waardoor de OCMW-raad moest uitwijken naar het Elzenveld, blijkbaar de enige (!) zaal van het OCMW die ook toegankelijk is voor rolstoelgebruikers. Groen vaardigt dan weer Dirk Avonts af, een bekende dokter die reeds zeer actief was bij actiegroep Ademloos. De PVDA van haar kant kan uitpakken met Dirk Van Duppen, arts bij Geneeskunde Voor Het Volk en vooral bekend als de man van het 'kiwimodel'. Van Duppen zetelde reeds voor PVDA in de districtsraad van Deurne. Hij ijvert onder andere voor het behoud van openbare ziekenhuizen en voert net als Groen-collega Dirk Avonts actie tegen de problematiek van het fijn stof in Antwerpen. De PVDA noemt de keuze voor Van Duppen als OCMW-raadslid "meer dan ooit nodig", aangezien het nieuwe bestuursakkoord "de gewone inwoners van Antwerpen in de kou laat staan".

Groeiende armoede

Hoe dan ook staat de OCMW-raad voor enorme uitdagingen. Zo wijst de vzw Daklozenhulp Antwerpen erop dat “het aantal mensen dat een voedselpakket nodig heeft, elke week stijgt: enkele jaren geleden ging het om driehonderd mensen, nu staan er elke zondag zeshonderd te wachten”. Het gaat daarbij om daklozen, maar ook om mensen die wel een woning hebben, maar duidelijk niet genoeg inkomen om er mee rond te komen. Vooral mensen zonder papieren hebben het steeds maar moeilijker. Het is alleszins een probleem waar veel meer mensen last van zullen hebben, dan van de vermeende sociale fraude waar Liesbeth Homans zo mee behept is...

Terug naar overzicht


Over Groen

Op dit blog schreef ik al eerder over de in mijn ogen volstrekt onbegrijpelijke beslissing van Groen om in de oude kernstad Antwerpen (een district met meer dan 180.000 inwoners!) scheep te gaan met N-VA en OpenVLD. Kwatongen beweren dat een en ander vooral te verklaren is door de persoonlijke relatie tussen Groen-senator Freya Piryns en OpenVLD-kamerlid Willem-Frederik Schiltz. Laten we dergelijke speculaties echter liever overlaten aan 'de boekskes'. Ik denk (zoals ik al eerder schreef) dat het meer te maken heeft met een primaire vorm van anti-socialisme. Daarnaast is er bij Groen ook een bepaalde drang naar zelfprofilering, die weinig tot geen rekening houdt met het meer algemene politieke kader. Zo verklaart Meryem Almaci (kamerlid en fractieleider voor Groen in de gemeenteraad) in een interview: "Ik geloof in een genuanceerd optreden. Dat is beter dan sloganesk uit de hoek te komen. Ik denk dat veel kiezers, die voor ons gestemd hebben, geloven dat wij, tegen de verruwing in, een opbouwend en constructief verhaal in petto hebben". Op de vraag of ze dan wil komen tot een links front tegen de verrechtsing, antwoordt ze echter: "Ik denk niet zo graag in die termen. Het gaat niet om een links progressief front. Voor Groen draait het om inhoud. En als we mekaar op de inhoud kunnen vinden, zullen we dat niet nalaten. Het is vooral de inhoud die bij ons primeert. Kunnen we ons inhoudelijk profileren?" (mijn nadruk). Groen wil dus vooral de kans krijgen zichzelf te profileren, ongeacht wie er verder nog in de coalitie zit.

Gemiste kans

Voor het district Antwerpen gaat het ronduit om een gemiste kans voor de linkerzijde. Zo beweerde Chris Anseeuw (uittredend districtsvoorzitster en lid van sp.a) in eerste instantie dat een progressieve coalitie (van sp.a, Groen en PVDA) geen meerderheid zou halen. De vrije zender Radio Centraal zet echter terecht de puntjes op de i door te stellen dat er "17 zetels nodig (zijn) om een meerderheid te halen op een totaal van 33. sp.a (8), Groen (5) en PVDA (3) kwamen samen maar aan 16. Door de stoelendans na de coalitievorming op stadsniveau (waarbij bijvoorbeeld districtsraadslid Philip Heylen CD&V stadsschepen werd en vervangen werd door een opvolger van sp.a) kreeg sp.a op districtsniveau echter een zetel bij, waardoor een sp.a/Groen/PVDA meerderheid nu wel mogelijk is". Weliswaar zou dit een erg krappe meerderheid geweest zijn, maar aangezien het (nog steeds volgens Radio Centraal) moeilijk is om "in het nieuw akkoord (...) significante sociale accenten te vinden", kunnen we hier toch wel spreken van een stevige gemiste kans.

Averechts?

Uiteindelijk komt Groen zo niet verder dan het weinig zeggende 'wij-zijn-niet-links-wij-zijn-niet-rechts-wij-zijn-averechts'-discours, waarmee de Groenen in de jaren '70 hun electoraal avontuur gestart zijn. Blijkbaar zonder er verder bij na te denken verklaart Almaci in het hoger vermeldde interview ook nog: "We zullen de Antwerpenaren laten zien dat er alternatieven zijn voor de aanpak van de N-VA. Tegen de verzuring in zullen wij aantonen dat je met een heel andere aanpak aan een warme en solidaire stad kunt werken en dat in tegenstelling tot de huidige sociale hardvochtige aanpak. We willen de Antwerpenaren laten zien dat onze voorstellen, onze politiek, het verschil kan maken en wel degelijk effect heeft op het dagelijkse leven". Hoe dat dan gerijmd moet worden met de samenwerking op districtsniveau met precies diezelfde voorstanders van 'verzuring' en van 'de huidige sociaal hardvochtige aanpak' is niet meteen duidelijk. Op zijn Facebook-pagina komt de linkse filosoof Bleri Lleshi dan ook bijna niet meer bij van vertwijfeling, wanneer hij schrijft over het in de kernstad geplande "'vliegend college om ons beleid toe te lichten' (welk beleid? wat gaat u doen? wat gaat er veranderen?, hierover geen woord)"...

Inhoud?

Ook over de door Groen veel aangehaalde 'inhoud' mogen er wel eens een paar vragen gesteld worden, zeker wanneer we het hebben over de districtscoalities. Zo wijdt Almaci in het reeds vermeldde interview vele woorden aan gezondheid, mobiliteit, fijn stof en zo meer. Wat blijkt echter? In het district Merksem (waar Groen in de coalitie zetelt met N-VA en sp.a) schommelt het gemiddelde geluidsniveau 's nachts tussen de 50 dBA en 60 dBA, daar waar de World Health Organization stelt dat geluidswaarden vanaf 40 dBA schadelijk zijn voor de gezondheid. In de aan Merksem grenzende Luchtbal-wijk in het district Antwerpen werd volgens de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu het maximum daggemiddelde voor fijn stof dit jaar 41 keer (!) overschreden. De actiegroep Merksem Leefbaar – die deze cijfers publiek maakte – wil dan ook dat de overheid haar verantwoordelijkheid opneemt, "zeker met het oog op de nieuw geplande infrastructuur in en rond Antwerpen, zoals de A102 en het goederenspoor". Wat de beide nieuwe districtsbesturen van Antwerpen en Merksem daaraan gaan doen is volstrekt onduidelijk. Wat Groen evenwel niet belette om "bijzonder tevreden te zijn"...

Terug naar overzicht


Over de sp.a

Groen is echter niet de enige oppositiepartij die met problemen en contradicties te kampen heeft. Dat is onder andere het geval voor de sp.a., die in andere steden en gemeenten deelneemt aan uitvoerende machten die... zich precies eender gedragen als het rechtse bestuur in Antwerpen. Zo vindt de door Louis Tobback aangevoerde Leuvense meerderheid (luidens het blog van een Leuvens gemeenteraadslid van Groen) ook dat "het eigenlijk normaal is dat er nog steeds geen publiek bestuursakkoord op tafel ligt", want “Hoe kan er nu sprake zijn van een bestuursnota, vooraleer er een bestuur is gevormd?”. Overigens combineert diezelfde Tobback eveneens het voorzitterschap van de gemeenteraad met de functie van burgemeester... Het zijn maar enkele van de problemen die de sp.a parten spelen in haar nieuwe rol van grootste Antwerpse oppositiepartij.

grass-roots campagnes

De bekende onderzoeker van verkiezingsresultaten Marc Swyngedouw wijdde bijvoorbeeld een uiterst interessant artikel (dat het verdiend om er uitgebreid uit te citeren), onder meer aan de problemen van de sp.a., waarin hij "het reëel bestaande partijmodel van sp.a in Antwerpen ter discussie (stelt), omdat het niet (meer) in staat is om efficiënte grass-roots campagnes te voeren (...) als aanvulling op een marketing gedreven verkiezingscampagne". Hij wijst er ook op dat "in de sp.a campagne relatief weinig aandacht besteed (werd) aan concrete plannen naar de toekomst toe", terwijl "de grass-roots campagne van de sp.a haast onbestaande (was). Bij mijn (Swyngedouw's) weten waren er weinig of geen huis-aan-huis bezoeken; weinig of geen aanwezigheid op de verschillende markten, (...) geen meetings, geen campagne gebonden partijbijeenkomsten, geen opvallende (ondersteunende, culturele) acties (...) en hingen (er) relatief weinig affiches aan de ramen (...)".

Marketing i.p.v. campagne

Swyngedouw vraagt zich vervolgens af of "Janssens wel een grass-roots campagne (kon) voeren als hij dat al gewild had?”. Janssens gelooft immers niet meer in het concept van de massapartij die sp.a ooit geweest is. Swyngedouw wijst daarbij op de impact van de media, die er mee voor gezorgd heeft dat campagne voeren vandaag meer lijkt op reclame maken, dan op 'aan politiek doen'. De keerzijde van de medaille is wel dat politici slechts toegang hebben tot de kiezers indien de massamedia die politici voldoende goedgunstig willen behandelen. In het 'oude' model van de massapartij kon een marginalisatie door de media nog gecounterd worden door de inzet van leden en militanten. Er kon op die manier gemobiliseerd worden, desnoods tegen de stroom in.

Intern partijleven?

Vervolgens zegt Swyngedouw "Dat sp.a-Antwerpen een pover leven kent is een understatement. Leden en militanten worden bij weinig of niets betrokken, een debatcultuur is onbestaand, lokale wijkafdelingen kunnen misschien links en rechts nog bestaan, maar zijn in vergelijking met 10 jaar geleden weinig of niet actief. De meeste wijkafdelingen zijn op sterven na dood. De activiteiten van sommige districtsafdelingen beperken zich tot de jaarlijkse algemene ledenvergaderingen; de nieuwjaarsreceptie wordt zowaar de belangrijkste politieke activiteit van het jaar. Tekenend is dat het partijprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen binnen zeer beperkte cenakels tot stand is gekomen". Het spreekt vanzelf dat er van interne democratie in die omstandigheden nauwelijks sprake kan zijn.

Negatieve consequenties

Nog volgens Swyngedouw verdwijnt hierdoor de "antennefunctie van leden en militanten", waardoor "de sp.a anno 2012 de signalen (niet opvangt) dat PVDA+ lokaal sterk oprukt in verschillende districten. Wijkgebonden bekommernissen dringen niet meer door. De bevolking neemt de districtsraadsleden niet ernstig (...). Opiniepeilingen bieden hier geen alternatief. (…) De politieke leerschool die de partij vormt, verdwijnt en wordt overgelaten aan de (overwegend liberaal-conservatieve) media. Eveneens leidt het tot de verschraling van de rekruteringsbasis zowel voor nieuw politiek personeel als voor ondersteunende professionals. Het risico bestaat verder dat de beleidsvoerders in een splendid isolation raken, niet meer tegengesproken door hun directe omgeving. En tot slot, een politiek filosofisch argument: wie controleert nog de beleidsvoerders tussen twee verkiezingen door?”.

sp.a in de toekomst?

Tenslotte vraagt Swyngedouw zich af hoe het nu verder moet met de sp.a? Hij doet daarbij suggesties die erop neer komen dat de sp.a zich moet omvormen naar een meer netwerk-georiënteerde manier van werken: "indien een partij wil beschikken over militanten die mobiliseerbaar zijn wanneer nodig, (zal) ze ook moderne participatiekanalen moeten ontwikkelen die discussie en reële inbreng mogelijk maken. Binnen een stad als Antwerpen moet het mogelijk zijn om kwaliteitsvolle debatclubs rond verschillende thema’s op te richten; om via de zogenaamde sociale media gemodereerde participatie bij een partij te stimuleren; om lokale partij campagneteams te laten functioneren als ondersteuning van, en binnen het kader van, een moderne marketing verkiezingscampagne. Participatiekanalen die niet meer de continue langdurige en alomvattende participatie van leden bij de partij veronderstellen, maar de tijdelijke en herhaaldelijke participatie bij onderwerpen en acties die het betreffende lid interesseren. Dit hoeven niet steeds highbrow activiteiten te zijn. Sommige leden vinden het handen-uit-de-mouwen-steken veel aantrekkelijker dan politieke discussies. Niet alles moet worden geprofessionaliseerd binnen een partij”. Als we afgaan op de (slechts zeer recent op gang gebrachte) Facebook-activiteiten van de nieuwe sp.a-fractieleidster Yasmine Kherbache, dan is dit inderdaad de richting die de sp.a in de toekomst uit wil gaan.

Goede zaak?

Of dat een goed en voldoende antwoord is op de geschetste problemen van de sp.a valt nog te bezien. Het model van wat Swyngedouw 'de massapartij' noemt, werd eind 19de eeuw gepionierd door de Duitse SPD (Sozialdemokratische Partei Deutschlands), middels haar zogenaamde 'Erfürter Program'. Cruciaal in dit programma is de doelstelling de “strijd der arbeidersklasse tot een bewusten en gezamenlijken strijd te ontwikkelen en hem zijn noodzakelijk doel aan te wijzen (mijn nadruk). De 'massapartij' is daarmee dus geen doel op zich, maar wel een middel om het bewustzijn van de werkende bevolking over haar eigen plaats in de samenleving én over haar historische rol in de strijd voor het socialisme tot ontwikkeling te brengen. Een netwerk-georiënteerde organisatie kan weliswaar best een goed geoliede kiesvereniging opleveren. Zij zal echter zo goed als zeker geen adequaat middel blijken te zijn om het socialistisch bewustzijn terug binnen te brengen in de werkende massa, die de meerderheid van de bevolking uitmaakt. Gesteld dat men die taak nog zou willen vervullen, dan moet er ook vorming zijn, debat én tegensprekelijke (desnoods heftige) discussie. Een echt democratisch, intern partijleven, dus. Paradoxaal genoeg is de beste, meest complete uiteenzetting over deze bewustzijnsvormende functie van de socialistische massapartij terug te vinden in een zeer geleerd, uitstekend boek van Lars T. Lih over... Lenin.

Terug naar overzicht


Over Rood!

De analyse van Swyngedouw zal met name in de kringen van Rood! gesmaakt kunnen worden. Ze sluit immers naadloos aan bij een groot deel van wat ex-sp.a-lid en stichter van Rood! Erik De Bruyn al een hele tijd geleden zei over de sp.a. Sommigen zullen nu misschien geneigd zijn om alles wat betrekking heeft op Rood! als irrelevant van tafel te vegen. Dat lijkt ons echter betwistbaar. Weliswaar is het juist dat Rood! bij de laatste verkiezingen geen verkozene wist te behalen. Maar tegelijkertijd is het ook zo dat Rood! – ondanks de sterke opkomst van de PVDA en Groen en ondanks de druk om tegenover De Wever 'nuttig te stemmen' voor de Stadslijst – toch nog 1% van het kiezerskorps (zo'n 3.000 kiezers) kon overtuigen. Waarmee Rood! toch nog steeds de uitdrukking blijft van een groep mensen ter linkerzijde die zich niet volledig kan terugvinden in andere linkse partijen. Het feit dat Swyngedouw (minstens gedeeltelijk) De Bruyn's morele gelijk aantoont (zonder echter zijn naam te noemen), kan wel niet verhinderen dat de persoonlijke klap van een minieme persoonlijke score inzake voorkeursstemmen bij Erik De Bruyn hard aankwam.

Bitterheid en ontgoocheling

Erik De Bruyn besliste dan ook om door middel van een brief uit de politiek te stappen. Hij doet dit niet zonder enige bitterheid. Zo wijst hij er op dat "politicologen met naam en faam (nu) met veel bombarie analyses (publiceren) waar wij met sp.a-Rood en Rood! vijf jaar geleden al achter waren. Maar intellectuele eerlijkheid en erkenning zijn zeldzaam in een maatschappij waarin ook de intellectuele prestatie vermarkt wordt". Ook kan Erik De Bruyn "niet ontkennen (...) sterk ontgoocheld (te zijn) in het beoordelingsvermogen van de kiezer in het algemeen en van de linkse kiezer in het bijzonder. Dat mijn stad nu voor minstens zes jaar bestuurd zal worden door een ultraliberale partij zal verregaande gevolgen hebben. Niet zozeer voor mezelf, maar voor de vele tienduizenden die veel zwakker in de maatschappij staan".

Problematisch

Vervolgens vindt Erik De Bruyn het "bijzonder problematisch" dat "de linkse kiezer (...) zijn eieren (...) in de korf van de PVDA gelegd (heeft)". Hij wijt dit aan "de jarenlange afwezigheid van een beduidende linkse politieke kracht in Vlaanderen (wat) velen ertoe gebracht (heeft) te stemmen op een karikatuur ervan", waarbij "jarenlange politieke en syndicale medestanders" er blijkbaar toe gebracht worden "die partij nu plotseling kritiekloos (te) omarmen". Waarna hij met een aantal voorbeelden beschrijft wat hem zoal ergert aan de PVDA (stalinisme, sektarisme, een onvoldoende kritische houding tegenover religieuze vooroordelen, racistische tendensen en seksisme). In zijn ogen is de PVDA dan ook "een partij die het niet al te ver zal schoppen". De bittere afscheidsbrief van Erik De Bruyn bindt overigens enkel hemzelf. Het is (op zijn eigen verzoek!) geen tekst die binnen Rood! voorafgaandelijk besproken werd, laat staan goedgekeurd. Sommige leden van Rood! zullen er achter kunnen staan, anderen dan weer niet.

Terug naar overzicht


Over de PVDA

De PVDA is om begrijpelijke redenen naar verluidt niet erg opgezet met Erik De Bruyn's verwijten. Toch mag ik hopen dat ze zich daardoor niet laat verleiden om terug te keren tot 'oude vormen en gedachten'. In een interview zegt partijvoorzitter en Antwerps fractieleider Peter Mertens het volgende: "Met de gezamenlijke 16%-score van de PVDA en Groen is er in Antwerpen wel degelijk iets veranderd. Die uitslag vormt een sterke uitvalsbasis voor een links front. En de thema’s voor zo’n front moeten niet ver gezocht worden. Dat zijn: betaalbare woningen, betaalbare gezondheidszorg en toegankelijk onderwijs. En daarnaast is er natuurlijk het noodzakelijke front tegen het BAM-tracé. Wij zijn, zoals vroeger, bereid om rond die thema’s in een links front samen te werken". Het is wel curieus dat Peter Mertens dit links front alleen maar omschrijft door te verwijzen naar de 16% stemmen voor de PVDA en Groen samen. Ten eerste omdat zo de 1% voor Rood! (die Robert Voorhamme van de sp.a wél betrekt in zijn analyse!) stilzwijgend opzij wordt geveegd. Ten tweede omdat er zo niks wordt gezegd over hoe de sp.a en haar kiespubliek aangesproken zouden kunnen worden. Maar ten derde - en veel belangrijker - omdat zo de indruk wordt gewekt dat het 'links front' herleid wordt tot een overeenkomst tussen politieke partijen. Overigens lijkt dergelijke overeenkomst sowieso al problematisch, aangezien Groen een links front blijkbaar niet ziet zitten (zie hierboven).

Eenheid en samenwerking?

Wat er ook van zei, in de huidige politieke context te Antwerpen helpt het ons in mijn ogen niet veel verder om elkaar ter linkerzijde om de oren te slaan met verwijten, zelfs niet als deze (al of niet gedeeltelijk) terecht zouden zijn. Waar het op aan komt, is in de praktijk aan te tonen aan de meest brede lagen van de bevolking dat een andere stad mogelijk is, via een andere politiek. Die 'andere politiek' kan niets anders zijn dan de politiek van het verzet in eenheid. Het is slechts in de samenwerking dat de verschillende opvattingen van de politieke oppositiestromingen door de mensen zelf kunnen bekeken en zo nodig ook getest worden. Die kans dient men de meerderheid van de bevolking ook daadwerkelijk te bieden. Zonder a priori's. Naar mijn gevoel dient men ter linkerzijde de discussie over eenheid en samenwerking dan ook niet te beperken tot de politieke partijen. Integendeel. Het komt er op aan om al diegenen, die zich niet kunnen herkennen in het beleid van het rechtse stadsbestuur, te verenigen, teneinde samen met hen allen tot daadwerkelijk verzet te kunnen overgaan. Verzet dus, niet enkel in de gemeenteraad, maar ook op straat.

Signalen

Er zijn signalen die erop lijken te wijzen dat ook de PVDA in die richting denkt. Zo verklaart Peter Mertens in het hoger aangehaalde interview dat de PVDA “een brief (heeft) gestuurd aan de leiding van ACW/ACV en ABVV om een gesprek te hebben over de toekomstige sociaal-economische ontwikkelingen in Antwerpen. Welke verwachtingen hebben de arbeidersbewegingen ten overstaan van de PVDA-fractie in de Antwerpse gemeenteraad? Welke bezorgdheden, standpunten en voorstellen moeten daar op tafel gelegd worden? We hebben nog geen antwoord, maar de signalen die we opvangen, laten het beste verhopen”. Dat klinkt zeker bemoedigend. Maar toch zou ik er een bedenking willen aan toevoegen: pas op om niet louter een doorgeefluik te worden van de leiding van verschillende sociale bewegingen. Niet dat deze leidingen op zich foutieve standpunten zouden innemen. Het is echter een feit dat er ook binnenin de sociale bewegingen spanningsvelden of tendensen bestaan (zie bijvoorbeeld de discussies die er nu woeden bij de arbeiders van Ford Genk). Als de PVDA echt wil uitgroeien tot een 'nieuwe werkmanspartij', dan zal ze ook dat spanningsveld politiek moeten kunnen vertolken. Ook dat is een aspect van het 'binnenbrengen van het bewustzijn' in de massa. En dat gaat niet indien er al te volgzaam wordt gestaan tegenover de leidingen van de sociale bewegingen.

Gunstige evoluties

De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat de PVDA ook op dat vlak gunstig lijkt te evolueren. Ik citeer nogmaals uit het interview met Peter Mertens (de nadruk is van mijn hand): “velen (voelen) zich een nummer, onmachtig, nietig en klein. Ze hebben niet het gevoel dat ze wegen op de samenleving, er toe doen, meetellen. Die mensen moet links terug een stem geven, zelfvertrouwen en zelfbewustzijn om van onderuit aan verandering te werken en dingen in beweging te krijgen. Wij zijn bereid om in allerlei fronten te stappen maar wel vanuit een duidelijk anti-establishment standpunt. (…) Ik ben dus echt van mening dat een electorale overwinning maar van tel is als we dat kunnen omzetten in een sterke strijdbeweging van onderuit. Dat is ongetwijfeld een werk van lange adem maar ook weer niet onmogelijk. (…) En laat het duidelijk zijn, er moet een einde komen aan het seizoen van de symbolische acties. Laten we die achter ons laten, ze kunnen zin gehad hebben en noodzakelijk zijn geweest in een tussenperiode, maar ze beantwoorden echt niet meer aan de uitdagingen waar we vandaag mee geconfronteerd worden. Een verzetsbeweging hebben we nodig. En de vakbonden zouden zich meer bewust moeten zijn van de macht waarover ze beschikken en er ook niet mogen voor terug schrikken die macht ook effectief te ontplooien.

Interne democratie?

Hoewel er dus duidelijk positieve evoluties zijn, blijven nogal wat linkse critici van de PVDA (waaronder ook ikzelf) huiverachtig staan tegenover sommige interne werkingsregels van deze partij. Zo kent ze bijvoorbeeld geen tendensrecht, wat wijlen Jaap Kruithof reeds in 1963 omschreef als “onontbeerlijk voor het socialisme”. Het gaat daarbij niet om een detail. Als ik hierboven bij het bespreken van de sp.a schreef dat een socialistische massapartij tot taak heeft het socialistisch bewustzijn binnen te brengen in de werkende massa en dat, om die taak daadwerkelijk te kunnen vervullen, er naast vorming ook debat en (desnoods heftige) tegensprekelijke discussie moet kunnen zijn – met andere woorden: een echt democratisch, intern partijleven –, dan geldt dat ook voor de PVDA. Tendensrecht (d.w.z. het zich kunnen organiseren – binnen welomschreven grenzen! – als een stroming van gelijkdenkenden) is daarbij inderdaad onontbeerlijk, zo niet zijn eventueel afwijkende (maar ook verrijkende!) meningen in het beste geval slechts curiosa, waar verder niet veel aandacht aan besteed hoeft te worden.

Voorbeeld van de Nederlandse SP

In dat opzicht kan het (overigens ook om andere redenen) interessant zijn om het artikel Order Reigns in The Hague – The Dutch Elections and the Socialist Party uit nr. 77 van de New Left Review over o.a. de Nederlandse SP (Socialistische Partij) te bekijken. In dat artikel van Daniel Finn (helaas enkel online verkrijgbaar voor abonnees) wordt erop gewezen dat “de opkomst van de SP gedurende lange tijd synoniem bevonden werd met de persoonlijkheid van Jan Marijnissen, een veteraan van haar Maoïstische prehistorie (…). Marijnissen was een zeer effectieve en charismatische performer, waarvan echter zelfs zijn grootste bewonderaars zullen toegeven dat zijn leiderschapsstijl aanmatigend was en ongeduldig met dissidentie in de partij – een overblijfsel wellicht van de oorsprong van de SP”. Hetzelfde artikel zegt over Marijnissen's opvolger Emile Roehmer dat hem “ten gunste wordt geduid dat hij een meer ontspannen aanpak naar partijdiscipline toe heeft, wat het makkelijker heeft gemaakt voor leden die kritiek willen uiten op de leiding van de SP” (mijn vertaling). Ik haal dit hier aan omdat het een belangrijke vraag opwerpt: is de mogelijkheid om kritiek te uiten op de eigen partijleiding afhankelijk van de (eerder toevallige) persoonlijkheid van een partijleider, of is die mogelijkheid verankerd in de statuten van de partij – zoals dat met tendensrecht het geval zou zijn? De PVDA zou er mijns inziens goed aan doen om rond deze democratische kwestie – net zoals rond die van haar al dan niet vermeende Stalinistische erfenis – duidelijkheid te scheppen op haar voor het voorjaar aangekondigde congres rond het thema 'Socialisme 2.0'. Zij kan er alleen maar wel bij varen!

Terug naar overzicht


Over Vlaams Belang

Mertens heeft gelijk wanneer hij als thema's voor een links oppositiefront focust op de belangrijkste sociale kwesties. Zodanig gelijk, dat zelfs het Vlaams Belang dit heeft ingezien. De extreem-rechtse, fascistische partij probeert zichzelf dan ook in allerijl een 'sociaal' imago aan te meten. Ze doet dat onder andere door een Antwerpse Volksgazet te verspreiden, waarin ze het uitgebreid heeft over de wachtlijst van 22.386 mensen voor een sociale woning, over de armoede in de stad, over de lege stadskas, over de dreigende afbouw van de sociale restaurants, enz. Voor de verkiezingen nam een delegatie van het VB ook reeds deel aan een vakbondsmanifestatie ter verdediging van het openbaar vervoer. Is het VB nu ineens op de linkse toer aan het gaan? Nee, natuurlijk niet. Hun discriminerend discours is volstrekt ongewijzigd gebleven. Ze blijven zoeken naar zondebokken eerder dan naar oplossingen. Zoals een artikel op de website van Rood! terecht vermeldt, “hebben zij daarvoor hun inspiratie gehaald bij de Griekse extreem-rechtse partij Gouden Dageraad. Deze partij geeft op schandelijke wijze voedselhulp aan ‘echte ‘Grieken. Aan anderen wordt soms zelfs met geweld hulp geweigerd. Krijgen we binnenkort ook in Antwerpen zulke taferelen te zien wanneer militanten van Vlaams Belang hun voedselpakketten, rijkelijk gevuld met varkensvlees, zullen 'verdelen'?”. Deze bedrieglijke 'sociale koerswijziging' van het Vlaams Belang zal men trouwens zeer binnenkort ook in de praktijk kunnen beoordelen, wanneer zal blijken dat deze partij allerminst van plan is zich te verzetten tegen de jacht op vermeende sociale fraudeurs, die de nieuwe N-VA-superschepen van sociale zaken én OCMW-voorzitster Liesbeth Holemans zich voorneemt op te starten. Kijk maar na hoe dikwijls het VB het heeft over vermeende 'misbruiken', 'OCMW-fraude' en dergelijke meer...

Terug naar overzicht


Over zelfactiviteit

Het is natuurlijk zo dat we momenteel in Antwerpen slechts de inleidende manoeuvres beleven van wat inderdaad een erg lange periode van strijd beloofd te worden. Vele organisaties en bewegingen bekijken de zaken momenteel nog ietwat afstandelijk. Zij wachten af hoe de concrete beleidsmaatregelen precies zullen uitpakken. Om pas dan te bepalen of en hoe zij zich ertegen zullen verzetten. Pas als dat proces concreet op gang komt, zal ook duidelijker worden hoe het verzet eengemaakt kan worden. Toch wil dat niet zeggen dat er ondertussen niks gebeurt. Zo protesteerden de Verenigde Actiegroepen Tegen Uitbreiding Vliegveld (VATUV) al meteen scherp, toen bekend werd gemaakt dat het aantal passagiers van de luchthaven te Deurne het voorbije jaar met 15% daalde. De actiegroepen plaatsen dan ook stevige vraagtekens bij de plannen voor de ondertunneling van de Krijgsbaan (waardoor de startbaan verlengd kan worden). Daarnaast is Occupy Antwerp al wekenlang bezig met concrete sensibiliserings- en protestacties tegen de grote armoede in Antwerpen (in de Scheldestad leeft een kwart van de bevolking onder de armoedegrens...). Die acties gaan voornamelijk door op het Astridplein. Tijdens de jaarlijkse nieuwjaarshappening – u weet wel: 15.000 mensen op de Grote Markt voor een klein pakje gratis friet en zo – lieten ze zich evenzeer opmerken (net als militanten van Rood! overigens). Ook bij de installatie van de nieuwe gemeenteraad was Occupy Antwerp aanwezig. Verder zamelden activisten van Ademloos daar handtekeningen in voor een nieuwe petitie tegen het BAM-tracé. Daarnaast was er ook een delegatie van de socialistische bediendebond BBTK, die protesteerde tegen het uitbreiden van de koopzondagen en de gevolgen daarvan voor het personeel. Ook individuele leden van de socialistische vakbond van het stadspersoneel (ACOD-LRB) en van het Anti-Fascistisch Front (AFF) lieten zich opmerken. Naast een talrijk publiek dat gevolg gaf aan de oproep van de PVDA om het inzweren van hun verkozenen luister bij te zetten, deelde ook Rood! een pamflet uit waarin de bereidheid tot eenheid en samenwerking werd benadrukt. De identiteitskaart van de Rood!-militanten van dienst werd door ijverige politiemensen ook overgeschreven. Wellicht in het vooruitzicht van een GAS-boete wegens het niet voorafgaandelijk aanvragen van een toelating...

Terug naar overzicht


Besluit

Er is duidelijk nog veel werk aan de winkel. Allereerst in de gemeenteraad waar op zijn minst de meer autoritaire trekjes van het rechtse bestuur aan de kaak gesteld dienen te worden. Vervolgens ook in de districten, waar men minstens eens zou mogen beginnen nadenken over verzet tegen de extreem smalle beleidsmarges. Verder ook in het OCMW, waar men zich schrap dient te zetten tegen de aankomende explosieve groei van de armoede én tegen de vervolging van... de armen. Tenslotte ook binnen de links-progressieve oppositiepartijen en bij de sociale bewegingen, waar het debat over de strategie op gang mag komen. Het grote voordeel is dat er niet van nul af aan opnieuw begonnen moet worden.

¡Adelante! ¡Adelante! ¡La lucha es constante!

Terug naar overzicht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten