vrijdag 21 september 2018

Een pittig debat


Gisterenavond, donderdag 20 september 2018, organiseerde de socialistische overheidsvakbond ACOD een heus verkiezingsdebat. Behoudens het fascistische Vlaams Belang waren alle partijen, die momenteel zitjes hebben in de gemeenteraad, vertegenwoordigd. Peter Mertens (PVDA), Olivier Elias (CD&V), Tom Meeus (sp.a), Claude Marinower (OpenVLD), Wouter Van Besien (Groen) en Annick De Ridder (N-VA) kruisten er verbaal de degens over drie grote thema’s: openbare dienstverlening en middelen voor de mensen, de rol en plaats van het stadspersoneel en de verhouding van het stadsbestuur met de vakbonden. Het ging er bijwijlen best pittig aan toe.

Links tegen Rechts

Niet verwonderlijk bleek uit de diverse tussenkomsten eens te meer de grote hardnekkigheid van de tegenstelling  tussen links en rechts (hoe vaak sommigen die tegenstelling ook mogen proberen te begraven). Dat was dikke pech voor de vertegenwoordiger van CD&V. Olivier Elias, de man die het ‘moedige midden’ moest verdedigen, kwam nauwelijks verder dan wat geneuzel in de marge.

Provocaties

Annick De Ridder bleef het imago van haar N-VA gestand. Ze ontpopte zich eens te meer tot provocatrice par excellence. Haar ongenuanceerde en gespierde uitspraken ontlokten met regelmaat woedende reacties bij het aanwezige publiek. Academicus Vincent Scheltiens had het als moderator dan ook niet makkelijk om alles in goede banen te blijven leiden.

Pensioenbom

Het is zo dat het door de N-VA geleide rechtse stadsbestuur in de afgelopen zes jaar 1.420 ambtenaren, die op pensioen gingen, niet heeft vervangen door nieuw  personeel. Volgens De Ridder was dat “noodzakelijk om de ‘pensioenbom’ van de ambtenarenpensioenen te kunnen blijven betalen.” Ze benadrukte dat er hiervoor “geen naakte ontslagen vielen” en dat er evenmin “beknibbeld werd op de werkingsmiddelen.” Trots klopte ze zich ook op de borst over de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) die het stadsbestuur hierover heeft afgesloten met de christelijke vakbond ACV. In die CAO werd ook voorzien in enkele ‘snoepjes’ voor het stadspersoneel, zoals een gratis smartphone, een verhoging met één extra euro voor de maaltijdcheques, een aanvullende ziekteverzekering en een zogenaamde ‘tweede peiler’ voor de pensioenen van contractuele medewerkers. Tegelijk kondigde ze voor de toekomst nieuwe maatregelen aan, want “als we zouden blijven inzetten op statutaire medewerkers (i.e. volwaardige, vastbenoemde ambtenaren), dan zal de pensioenbom tegen het einde van de eeuw de stad geen 2,1 maar wel 7,4 miljard euro kosten – wat onbetaalbaar is.” Bijgevolg is het voor haar partij zonneklaar dat de statutaire ambtenaren stelselmatig plaats moeten maken voor (minder) contractuelen.

Wederwoord

Via een wederwoord vanuit het publiek verduidelijkte een stadsambtenaar echter terecht dat precies het omgekeerde het geval is: “De pensioenen van statutaire ambtenaren worden precies betaald door de actieve statutaire medewerkers. Als er minder of zelfs geen actieve statutairen meer overblijven, dan zijn deze pensioenen pas echt onbetaalbaar. Beter is het dan ook om te blijven inzetten op statutaire aanwervingen.”

Statutaire of contractuele medewerkers?

De keuze tussen een voorkeur voor statutaire of voor contractuele medewerkers bleek duidelijk een splijtzwam. Claude Marinower schaarde zich namens OpenVLD onverholen achter een duidelijke keuze voor contractueel personeel. Dat zou volgens hem de ‘soepelheid’ ten goede komen, want “het ambtenarenstatuut is veel te rigide.” Wouter van Besien (Groen) en Peter Mertens (PVDA) kozen lijnrecht voor het tegendeel. Van Besien “omdat statutaire ambtenaren dankzij de bescherming di het statuut hen biedt pas echt politiek onafhankelijk ten dienste van de burger kunnen staan.” Mertens maakte duidelijk dat er "in elk geval voldoende personeel moet zijn (wat nu niet het geval is), maar dat er bovendien veel meer respect moet zijn voor dat personeel" (wat nu evenmin het geval is). Daartoe achtte hij "voorrang voor statutaire aanstellingen absoluut noodzakelijk."
Gezagsfuncties?

Verrassend genoeg ging Tom Meeus namens de sp.a niet mee in de duidelijk voorkeur van de linkerzijde voor statutaire aanwervingen. Ook hij vindt het ambtenarenstatuut “veel te stroef” en wil het enkel nog “voorbehouden voor gezagsfuncties.” Wat overigens ook de mening is van... de N-VA! Tegelijk haalde hij uit naar “het schrikbewind dat het rechtse stadsbestuur voert tegen ambtenaren en zelfs gemeenteraadsleden die zich al te kritisch opstellen.” Van zijn kant ontkende Marinower van OpenVLD dat er – althans op ‘zijn’ diensten – sprake zou zijn van een schrikbewind.

Marktwerking?

De tegenstelling tussen links en rechts bleek ook uit de opvattingen inzake het thema ‘middelen voor de mensen’. Peter Mertens (PVDA) beet de spits af door zich uitdrukkelijk te keren “tegen het vertrouwen op marktmechanismen, die omwille van de winstzucht leiden tot maatschappelijke tweedeling, die de solidariteit ondermijnen en die de continuïteit van de openbare dienstverlening inzake basisbehoeften niet kunnen garanderen.” Private bedrijven die instaan voor die basisbehoeften kunnen immers ook failliet gaan. Mertens kloeg ook uitdrukkelijk aan dat gemeenschapsgeld door de stad wordt aangewend om private kinderopvang te subsidiëren, eerder dan om te voorzien in openbare stedelijke crèches.

Heropbouw stadsdiensten

Tom Meeus (sp.a) voegde daaraan toe dat het noodzakelijk is om opnieuw te investeren in de uitbouw van de buitenschoolse opvang in het onderwijs, in een heropbouw van het woontoezicht ("dat zo goed als ontmanteld werd door het huidige stadsbestuur") en in het "versterken van De Lijn als openbaar vervoerbedrijf." Hij bepleitte eveneens het "stopzetten van commercialisering en privatisering in de zorgsector." Zelfde verhaal bij Wouter Van Besien (Groen) die vroeg om "meer investeringen, onder meer om in het onderwijs kleinere klassen (en dus ook meer onderwijzend personeel) mogelijk te maken." Daarnaast bepleitte hij de oprichting van wijkcentra om de dienstverlening aan de bevolking op te drijven en wil hij streven naar "een betere verhouding met niet-commerciële private ondernemingen", waarbij vertrokken moet worden van de bestaande noden bij de bevolking.

Verdubbelde investeringen?

Claude Marinower (OpenVLD) en Annick De Ridder (N-VA) maakten zich sterk dat er wel degelijk al veel geïnvesteerd werd in de voorbij jaren. Marinower wees op inspanningen inzake telecom (om te komen tot een zogenaamde ‘smart city’) en op het omvormen van bibliotheken en districtshuizen tot ware ‘ontmoetingsplaatsen’. Daarnaast verdedigde hij (om efficiëntieredenen) het sluiten van de vakantieverblijven van Kindervreugd; sluiting die volgens hem "meer dan gecompenseerd werd door het verdubbelen van de investeringen in het stedelijk onderwijsnet." De Ridder beweerde dat de stad het globale investeringsbudget opgedreven heeft tot 1,4 miljard euro (wat overigens betwist werd door Tom Meeus) en dat "de middelen omhoog zijn gegaan voor de politie (+ 20 miljoen euro), voor het sociaal beleid (+20%), net zoals voor de properheid van de stad (+ 34 voltijdse equivalenten)."

Stakingsrecht

De discussie over de verhouding tussen stadsbestuur en vakbonden draaide uit op een debat over de betekenis van het stakingsrecht. Aanleiding daartoe was de door moderator Vincent Scheltiens als onderwerp aangebrachte veroordeling door de rechtbank van Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt wegens ‘kwaadwillige belemmering van het verkeer’ tijdens een filterblokkade op de Scheldelaan in het kader van een 24-urenstaking.

Excessen?

De Ridder beweerde dat ze het stakingsrecht belangrijk vindt. Tegelijk hanteerde ze wel een zeer beperkte invulling van dit stakingsrecht. Zo mogen er "geen blokkades mee gepaard gaan, mag er geen misbruik gemaakt worden en mogen er geen excessen zijn." Er zullen volgens haar "nog meer van dergelijke veroordelingen volgen" – een uitspraak die leidde tot afkeurend geroep vanwege het publiek. Daarna ging ze in op de recente staking waarmee rivierloodsen en brug- en sluiswachters zich verzetten tegen de aanval op hun ... statuut. Volgens haar “gijzelen die actievoerders daarmee onschuldige burgers en bedrijven.” Ze beloofde wel de regelgeving inzake ziekteverlof ook voor politici even stringent te maken als de Vlaamse (en federale) regering dat wil doen voor hun ambtenaren. Wat door het publiek met hoongelach begroet werd.

Politieke stakingen?

De drie linkse partijen lieten dit alles niet over zich heen gaan en verklaarden eensgezind dat het stakingsrecht een democratisch basisbeginsel is en moet blijven. Tom Meeus kantte zich daarnaast tegen "de voortschrijdende militarisering van de politie" en benadrukte dat "stakingsrecht niet afhankelijk kan zijn van de hoogte van de verloning van een personeelslid", zoals havenschepen Marc Van Peel (CD&V) onlangs insinueerde. Zowel Meeus als Van Besien legden er ook de nadruk op dat de recente staking tegen de Vlaamse regering uitbrak omdat die Vlaamse regering "niet echt openstaat voor constructief overleg." Peter Mertens verduidelijkte dat de N-VA “eigenlijk gekant is tegen politieke stakingen. Zonder politieke stakingen zou er echter geen algemeen stemrecht zijn, geen achturige werkdag, geen vijfdagenweek, enz.” Mertens oogste hiermee een open doekje bij het publiek.




N-VA en De Lijn

Om het debat te besluiten werd gedurende een tiental minuten ook nog het woord gegeven aan de zaal. Daarbij viel vooral de tussenkomst op van Rita Coeck – ACOD-secretaris voor tram, bus en  metro – die zich bekloeg over de lamentabele situatie waarin het Vlaams openbaar vervoerbedrijf De Lijn zich momenteel bevindt: “hoe is het mogelijk dat de verantwoordelijke ministers op Vlaams niveau een N-VA-er is, dat de voorzitter van de raad van bestuur van de De Lijn een N-VA-lid is, dat de schepen voor mobiliteit van de stad Antwerpen een N-VA-er is en dat tegelijk de hele N-VA de handen in onschuld wast en beweert niets te kunnen doen aan het verbeteren van het openbaar vervoer in een regio waar het verkeer meer stil staat dan wat anders?” Een tussenkomst die groot applaus oogstte, zonder echter een volwaardig antwoord te verkrijgen.

Ontbrekende onderwerpen

Omdat de tijd beperkt was, konden meerdere interpellanten helaas niet meer aan het woord komen. Daardoor kwam onder meer de kwestie van het racisme en de discriminatie – onder andere door middel van het verbod op het dragen van een hoofddoek bij bepaalde stadsdiensten – niet aan bod. Ook de impact van de komende demografische explosie – waardoor de stadsbevolking van Antwerpen de komende zes jaar zal groeien met 10.000 tot 35.000 nieuwe en vooral jonge inwoners met een migratieachtergrond – kon daardoor niet besproken worden. Het zou nochtans interessant geweest zijn om te horen hoe de verschillende partijen deze uitdagingen willen aangaan. Door nog meer de verschillende bevolkingsgroepen tegenover elkaar op te zetten? Door nieuwe besparingen met navenante achteruitgang van de dienstverlening? Of door een inclusieve politiek te voeren en de inkomsten van de stad te verhogen, door een veel billijker bijdrage te vragen aan de haven en aan de daar gevestigde winstgevende bedrijven? We dreigen het pas te zullen weten na afloop van de verkiezingen, bij de totstandkoming van een nieuwe coalitie.

zondag 16 september 2018

Mijn deelname aan Doe de denktest!

Het Links Ecologisch Forum (LEF) is een partijoverschrijdende beweging, die geen lijsten neerlegt bij de verkiezingen. In het kader van de komende gemeenteraadsverkiezingen willen zij via hun website aan de kritische lezer informatie verstrekken die wellicht minder aan bod komt in folders of in de media, zonder evenwel een stemadvies te geven. Zij hopen zo hun lezers in staat te stellen met kennis van zaken een weloverwogen stem uit te brengen. Deze oefening noemt LEF Doe de denktest!, met een knipoog naar de toenmalige VRT-show Doe de stemtest. Het is in dat kader dat ik een uitgebreide vragenlijst van LEF heb beantwoord. Mijn dank voor dit initiatief! Hieronder vind je het grootste deel van mijn antwoorden op hun vragen (door mezelf aangevuld met enkele doorverwijzingen of links).


Personalia

Peter Veltmans bekleedt de 46ste plaats op de PVDA-lijst voor de gemeenteraad van Antwerpen. Hij is verruimingskandidaat namens SAP – Antikapitalisten (SAP = Stroming voor een Antikapitalistisch Project). Peter is 58 jaar oud en actief als vakbondsmilitant voor de ACOD bij de FOD Financiën.  

Wat is je affiliatie?

Ik ben een individueel kandidaat, die opkomt als verruimingskandidaat in het kader van een afspraak tussen de PVDA en de SAP.

Hoe bent u tot uw huidig politiek engagement gekomen?

Sinds mijn 15de levensjaar ben ik politiek actief vanuit een marxistisch, antikapitalistisch gedachtegoed. Het begon voor mij bij de Socialistische Jonge Wacht, destijds (in 1975) de jeugdorganisatie van de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL), de voorloper van de huidige SAP. Een jaar later trad ik toe tot de RAL, terwijl ik tegelijk actief bleef meewerken met de SJW. Doorheen de SJW was ik in het begin van de jaren ‘80 betrokken bij de Jongerenmarsen voor Werk en bij de agitatie tegen de plaatsing van kernwapens in België. Beide thema’s ontmoetten elkaar in de slogan Weg die Bommen, Werk Verdomme! De SJW was tegenstander van het toentertijd enigszins populaire ‘totaalweigeren’ (van leger- en burgerdienst) en voorstander van antimilitaristische agitatie binnenin het leger, wat ik ook concreet heb helpen maken tijdens mijn legerdienst. Na het voltooien van mijn middelbare studies en het volbrengen van mijn legerdienst werd ik actief in de vakbeweging. Zo werd ik vakbondsafgevaardigde voor de ACOD (de socialistische overheidsvakbond), eerst bij de stad Antwerpen, daarna voor korte tijd bij de Regie der Posterijen en tenslotte (en tot op heden) bij de Federale Overheidsdienst Financiën. In het begin van de jaren ‘90 ontstonden er steeds meer breuklijnen tussen vakbondsmilitanten en lokale activisten aan de ene kant en de sociaaldemocratische partij (toen nog SP) aan de andere kant. Dit kwam bijvoorbeeld tot uiting in het conflict over het zogenaamde Globaal Plan van de toenmalige rooms-rode regering. Toen dit plan uiteindelijk goedgekeurd werd in het parlement – zonder ook maar één enkele socialistische tegenstem – gingen verschillende syndicalisten op zoek naar een politiek alternatief. In Antwerpen kwam Patsy Sörensen, SP-gemeenteraadslid en bezielster van Payoke (hulporganisatie voor prostituees), ondertussen steeds meer op ramkoers te liggen met de lokale ‘baronnen’ van de SP. Een relatief brede laag van Antwerpse jongeren en buurtactivisten zocht ook naar een politieke uitweg, aangevuurd door hun afkeer van het groeiende succes van het fascistische Vlaams Blok. Het belangrijkste probleem in de stad Antwerpen was in die tijd de omvang van de stedelijke schuldenlast en de vraag hoe die kon worden aangepakt: door besparingen op de dienstverlening of door de bankiers en renteniers ervoor te laten opdraaien? In een opiniestuk in de krant De Morgen – onder de titel Pleidooi voor een Ommekeer in Antwerpen – werd deze kwestie van de schuldenlast door mij verbonden met het groeiende ongenoegen over het ontbreken van socialistische antwoorden op de maatschappelijke uitdagingen. Na talrijke contacten met zeer velen werd uiteindelijk de Beweging voor Sociale Vernieuwing (BSV) opgestart, met een programma dat sterk door mijzelf werd beïnvloed. Mede door de inzet van Tom Lanoye kwam er een electoraal akkoord tot stand tussen de BSV en Agalev (voorloper van het huidige Groen). De gemeenteraadsverkiezingen van 1993 bezorgden deze feitelijke kartellijst met zeven zetels (waarvan 3 voor kandidaten van de BSV) een eclatante overwinning. Helaas werd deze overwinning niet aangewend om de BSV in de diepte uit te bouwen tot een maatschappelijke kracht. In plaats daarvan werd gekozen voor integratie in de bestaande machtsstructuren en daarmee ook voor aanvaarding van de nefaste besparingslogica. Zoals te verwachten viel, betekende dit algauw het einde van dit unieke, progressieve experiment. In de jaren die volgden was ik meermaals betrokken bij nieuwe pogingen om te komen tot een politiek alternatief aan de linkerzijde, gaande van het Comité voor een Andere Politiek tot Rood! Ondanks aanzienlijke inspanningen leverde geen van deze pogingen substantiële resultaten op. In 2013 kwam er echter opnieuw een window of opportunity. Onder impuls van het bestuur van het ABVV-gewest van Charleroi opende de Partij van de Arbeid (PVDA) de mogelijkheid tot een zekere verruiming. Dit leidde tot het indienen van lijsten in Franstalig België onder de noemer PTB-GO! – waarbij GO! stond voor ‘Gauche d’Ouverture’. Mee dankzij deze opening behaalde de PVDA in Franstalig België niet één, maar twee parlementszetels in de verkiezingen van 2014. Langs Nederlandstalige kant ging de opening vanwege de PVDA niet zover. Niettemin stonden er ook in Vlaanderen verruimingskandidaten van de SAP op verschillende verkiezingslijsten van de PVDA. Deze kandidaten (waaronder ikzelf) behaalden een bescheiden, maar tegelijk ook respectabel aantal stemmen. Bij de voorbereidingen voor de campagne van de huidige gemeenteraadsverkiezingen herhaalde het scenario van 2013-2014 zich helaas niet. Terwijl de PVDA deze keer in Franstalig België niet meer openstond voor verruimingskandidaten, was dit in Vlaanderen wel het geval. In uitvoering van een akkoord tussen de SAP en PVDA verkreeg ik daardoor de 46ste plaats op de PVDA-lijst voor de gemeenteraad van Antwerpen.  

Wat moet er volgens u gebeuren inzake de volgende thema’s?

Woningproblematiek

In Antwerpen kunnen zowel huurders als kopers nauwelijks nog een betaalbare woning vinden. Om daaraan te verhelpen moeten twee dingen gebeuren: het afkoelen van de woningmarkt en het verhogen van het huuraanbod. Beide doelstellingen kunnen bereikt worden door het aantal sociale woningen drastisch op te drijven. Er moet dan ook absoluut een einde komen aan de bouwstop van sociale woningen, die het huidige rechtse stadsbestuur heeft ingesteld (te meer gezien de verwachte groei van de bevolking). Mijn voorstel is om met 10.000 nieuwe sociale woningen een inhaalbeweging te maken, na zes jaar schandelijke stilstand. De recente ontploffing van een heel appartementsblok (op de Paardenmarkt) ten gevolge van verwaarloosde gasleidingen vestigt daarnaast eens te meer de aandacht op het probleem van de huisjesmelkers – verwerpelijke profiteurs van arme mensen. Daarom pleit ik ervoor de eigendommen van deze huisjesmelkers te onteigenen – zonder schadeloosstelling. De renovatie van de aldus bekomen eigendommen dient ook te gebeuren op hun kosten. Ze hebben zich lang genoeg kunnen verrijken.

Leefmilieu

De kwestie van het leefmilieu hangt in Antwerpen nauw samen met de mobiliteitsproblematiek. Die kwestie – die zich onder meer uitdrukt in fileleed, maar ook in luchtvervuiling met fijn stof en in geluidsvervuiling – kan slechts opgelost worden met een alomvattende aanpak. Het is de verdienste van actiegroepen zoals Ademloos, StRaten-Generaal en Ringland dat zij daarrond brede lagen van de bevolking hebben kunnen sensibiliseren en mobiliseren. Die mobilisatie is ondertussen uitgemond in een compromis tussen de actiegroepen, de stad en het Vlaams Gewest. Of dat compromis afdoende zal zijn, zal in de toekomst moeten blijken. Dat wil wel niet zeggen dat er ondertussen niets meer kan gebeuren. Zo moeten de verkeersprioriteiten omgedraaid worden: eerst stappen, dan trappen, daarna het openbaar vervoer ontwikkelen en pas dan en voor zover echt nodig plaats geven aan de auto. Daartoe is het nodig te investeren in voet- en fietspaden én in openbaar vervoer. Zo kunnen we eindelijk ook zorgen voor de uitbouw van openbaar vervoer in, naar en binnen de haven van Antwerpen. Tegelijk kunnen de stiefmoederlijk bedeelde noorderdistricten (Berendrecht, Zandvliet en Lillo) eindelijk aangesloten worden op het openbaar vervoersnetwerk. Tram en bus dienen ook gratis gemaakt te worden voor iedereen – wat geen enorm probleem hoeft te zijn, aangezien de historische Antwerpse stadsschuld ondertussen volledig werd terugbetaald. Tenslotte is het verkieslijk dat er een lokaal openbaar vervoersbedrijf opgericht wordt, waardoor minder bureaucratisch, sneller en efficiënter kan ingespeeld worden op de lokale noden, zonder beroep te moeten doen op door winstbejag gemotiveerde vervoersbedrijven.  

Lokale economie, tewerkstelling en onderwijs

De bevolking van de stad Antwerpen zal de komende zes jaar naar verwachting groeien met meer dan 30.000 nieuwe en voornamelijk jonge inwoners. Deze nieuwe stedelingen brengen een verhoogde nood met zich mee aan crèches, scholen en leerkrachten. Tegelijk blijft de werkloosheid – en dan vooral de jeugdwerkloosheid – in Antwerpen de hoogste van het Vlaams Gewest. Vandaar mijn pleidooi voor substantiële investeringen in nieuwe crèches, scholen en in leerkrachten. Samen met de bouw van 10.000 sociale woningen en mits een doorgedreven aanpak van racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt, kunnen we zo meerdere vliegen in één klap slaan: de stedelijke economie stimuleren, de (jeugd)werkloosheid verminderen en de vorming en daardoor weerbaarheid van velen verbeteren. Daarnaast is het ook nodig om een einde te maken aan de afbouw van de tewerkstelling bij stad en OCMW. Er moet opnieuw ingezet worden op het uitbouwen van de stads- en OCMW-diensten doorheen de aanwerving van nieuw personeel.

Privatisering van gemeentelijke diensten

De afgelopen zes jaar heeft het rechtse stadsbestuur verschillende recepten van wijlen Margareth Thatcher overgenomen en uitgeprobeerd. Zo heeft ze het systeem van de ‘tenders’ ingevoerd – een soort openbare aanbesteding waarop dienstverlenende organisaties maar ook bedrijven konden inschrijven om een bepaalde dienst te mogen leveren. Vooralsnog is het stadsbestuur er niet in geslaagd op die manier de sociale dienstverlening toe te wijzen aan private, op winst beluste ondernemingen. Maar tegelijk zet ze zo wel sociale organisaties (inzake woon- en gezondheidszorg, samenlevingsopbouw, enz.) onder druk om steeds ‘goedkoper’ te functioneren, met minder personeel en daardoor ook minder kwalitatieve dienstverlening. Ik pleit ervoor om deze tender-procedures af te schaffen, de verschillende organisaties die instaan voor sociale dienstverlening te (her)integreren in het OCMW én ditzelfde OCMW opnieuw onafhankelijk te maken van het stadsbestuur. De sociale noden die het OCMW moet lenigen, mogen niet ingeperkt worden omwille van boekhoudkundige redenen! Zeker niet omdat de armoede ook in Antwerpen blijft toenemen. Het is dan ook het OCMW dat geactiveerd moet worden – NIET de armen.

Opvang van asielzoekers en migranten

Het huidige rechtse stadsbestuur heeft een triest palmares opgebouwd van steeds heviger stigmatiserende en discriminerende maatregelen. Bevolkingsgroepen werden tegen elkaar opgezet – zoals Joden tegenover Berbers. Uitbaters van nachtwinkels kregen een draconische ‘taks op imago-verlagende activiteit’ opgelegd. Wie als moslima voor stad of OCMW wil werken, mag geen hoofddoek dragen. Tegelijk gedraagt de politie zich meer en meer als een bezettingsmacht, die ook actief op jacht gaat naar mensen zonder papieren (wat bovendien ook gepaard gaat met ontsporingen, zoals de afpersingsmethodes van de zogenaamde ‘bende van Mega Toby en Sproetje’, een verzameling van nog steeds niet veroordeelde politieagenten). Ik pleit er dan ook voor om gastvrij zijn voor wie er nood aan heeft door de jacht op vluchtelingen stop te zetten en door een einde te maken aan de stigmatisering en discriminatie van migranten.

Internationale samenwerking (vredes- en ontwikkelingsbeleid, handel, investeringen,…)

De stad is geen eiland, niet in het land en niet in de wereld. Zij moet en kan een actieve rol opnemen als motor van vooruitgang. Daarom vind ik dat de stad solidair moet zijn met elke strijd van onderdrukten voor hun eigen emancipatie. Bij wijze van voorbeeld kan Antwerpen mee het voortouw nemen in de zogenaamde BDS-campagne – BDS staat voor Boycot, Desinvestering en Sancties – tegen de zionistische apartheidsstaat Israël. In plaats van te verzusteren met de Israëlische havenstad Haifa, zou men beter verzusteren met bijvoorbeeld het Palestijnse Gaza en/of Ramallah.

Gemeentelijke democratie

Eigenlijk draait heel mijn visie rond democratie. Als we de kloof tussen burger en maatschappij echt willen dichten, dan komt het erop aan iedereen te emanciperen. Om te beginnen moeten zoveel mogelijk mensen bevrijd worden van de soms al te naakte strijd om het bestaan, door hun kansen op werk, opleiding en ontspanning substantieel te vergroten. Dan moeten we echter wel de kans krijgen om daartoe een aangepaste politiek te ontwikkelen. Helaas is dat niet gegarandeerd. Zo moeten beslissingen van de gemeenteraad nog altijd goedgekeurd worden door de voogdij van provincie en Vlaamse regering, die blijven zweren bij neoliberale besparingen. De gemeenteraad heeft overigens op zich al weinig te zeggen en de districten nog veel minder. Daarom pleit ik ervoor de voogdij om te draaien, zodat beslissingen van de Vlaamse regering en/of van het provinciebestuur moeten goedgekeurd worden door een meerderheid van de gemeenteraden, waardoor de macht opnieuw echt kan uitgaan van het volk. Verder zou het verkieslijk zijn als de gemeenteraad wordt voorgezeten door een gewoon gemeenteraadslid en NIET door de burgemeester, zoals dat vandaag in Antwerpen het geval is. Ook moeten we zorgen voor meer middelen en bevoegdheden voor de districten – de deelgemeenten van Antwerpen. Het is bovendien nodig om opnieuw in te zitten op volwaardig stads- en OCMW-personeel, door het opnieuw benoemen van statutaire ambtenaren. Dit zal niet enkel de stedelijke dienstverlening verbeteren; het zal het personeel ook onafhankelijker en daardoor mondiger maken tegenover de politieke overheid, wat in elk geval veel democratischer is.  

Andere

Het is onmogelijk een progressieve, radicaal-democratische politiek te voeren enkel en alleen op het niveau van de stad. Daarom moet Antwerpen zich actief bemoeien met en solidair opstellen tegenover de strijd tegen de veralgemeende neoliberale besparingspolitiek. Daarbij moet de stad ook samen met vakbonden en sociale bewegingen opkomen voor een echte vermogensbelasting.

Nogmaals mijn dank aan LEF !

maandag 10 september 2018

Hoe Fascisme te bestrijden?

<h2> <span style="color: red;"> <span style="font-size: x-large;">Hoe fascisme te bestrijden</span></span></h2> De Pano-reportage over de extreemrechtse organisatie Schild & Vrienden deed mij terugdenken aan een voorval uit mijn prille jeugd. Op Facebook plaatste ik daarover een bedenking. Hieronder een licht gewijzigde versie daarvan.

Ik herinner het me nog als de dag van gisteren: 43 jaar geleden was ik een 15-jarige scholier, die op een vrijdagnamiddag de school verliet doorheen de schoolpoort. Daar stond een eenzame militant van de Socialistische Jonge Wacht (SJW) hun clubblaadje 'Barrikade' te verkopen. Veel succes had hij niet. Opeens kwam er vanuit de school een jongen op een bromfiets langs gescheurd. Hij probeerde overduidelijk de SJW-militant omver te rijden (wat door diens alertheid niet lukte) en sloeg de tijdschriften uit de handen van de colporteur. De bromfietser (waarvan later vernomen werd dat hij sympathseerde met of deel uitmaakte van de Vlaamse Militantenorde of VMO) verdween pijlsnel en de commotie verdampte al vlug.

Na het weekend keerden we terug naar school. Op die maandagmorgen stond de SJW daar opnieuw. Deze keer met vijftien militanten. Op de straat voor de schoolpoort hadden ze een slogan geschilderd: 'Het fascisme komt er niet door!' Ze verkochten toen wel veel nummers van hun strijdblad, terwijl de vastberaden reactie vanwege de SJW leidde tot tal van discussies binnen de schoolmuren. Verschillende scholieren werden toen lid van de SJW (zoals ikzelf). Van fascisten hebben we in de jaren daarna niet veel meer gemerkt op school.

Aan deze gebeurtenissen moet ik vandaag denken, na de onthullingen op de VRT over Schild & Vrienden. Velen menen nu "dat het gerecht haar werk moet doen." Die reactie is begrijpelijk, maar laat één ding duidelijk zijn: het is niet met juridische stappen dat men het beest van het fascisme terugdringt!

Om dat effectief te doen is er maar één middel: contra-mobilisatie!

Zoals de SJW dat toen dus deed. Zoals onlangs ook 50.000 burgers in de Duitse (eigenlijk Saksische) stad Chemnitz zichzelf mobiliseerden tegen de ophitserij van 5000 zielige en haatdragende fascisten.

Laat ons zo'n mobilisatie ook in België (en dan vooral in Vlaanderen) organiseren. Tijd dus voor een herstichting door de gehele linkerzijde én de arbeidersbeweging van een breed Anti-Fascistisch Front!

(Wie meer wil weten over wat fascisme eigenlijk is en hoe het kan en moet bestreden worden, zie een uitstekende uiteenzetting daarover door wijlen Ernest Mandel: Over het Fascisme

Een interview over mijn kandidatuur op de Antwerpse PVDA-lijst

<a href="https://weerbaarantwerpen.blogspot.com/2018/09/een-interview-over-mijn-kandidatuur-op.html" target="_blank"><span style="color: red;"><span style="font-size: x-large;">Een interview over mijn kandidatuur op de PVDA-lijst</span></span></a>

De website van SAP - Antikapitalisten (Stroming voor een Antikapitalistisch Project) was voor het begin van de zomervakantie zo vriendelijk mij te interviewen over mijn kandidatuur als verruimingskandidaat op de PVDA-lijst voor de Antwerpse gemeenteraad. Op die lijst bekleed ik namens SAP - Antkapitalisten de 46ste plaats. Hieronder de tekst van dit interview.

Onlangs werd in Antwerpen de PVDA-lijst voor de komende verkiezingen voorgesteld, met in totaal 55 kandidaten. Op de 46ste plaats staat jouw naam. Hoe komt dat?

Eind vorig jaar werd er omtrent de gemeenteraadsverkiezingen een akkoord gesloten tussen de PVDA en de SAP. We kwamen overeen dat de SAP kandidaten kon voorstellen voor sommige lokale lijsten. Als gevolg daarvan werd ikzelf in Antwerpen naar voor geschoven als verruimingskandidaat van de SAP. Uiteindelijk kreeg ik dus de 46ste plaats toebedeeld.

Ben je daarmee tevreden? 

Het samenstellen van een lijst met 55 kandidaten is nooit een sinecure. Het heeft dan ook relatief lang geduurd voor de lijst samengesteld raakte. Overigens zijn er een zevental plaatsen die nog ingevuld moeten worden (wat ondertussen reeds ebeurd is). Ik heb begrepen dat er daarrond gesprekken worden gevoerd met 15 potentieel geïnteresseerden. Nu, dat is niet erg, want de lijst moet pas eind augustus formeel worden neergelegd. Er is dus nog wat tijd. Anderzijds zijn we me de lokale SAP-afdeling in Antwerpen blij dat we nu weten op welke plaats onze kandidaat zal staan. We kunnen ons nu concentreren op het vormgeven van onze campagne (het maken van materiaal, bijvoorbeeld). Met die 46ste plaats ben ik ook best tevreden. Het is ons doel een positieve bijdrage te leveren aan het gevecht van de linkerzijde met rechts. Daarbij is het vooral zaak de stemmen voor authentiek en radicaal links bijeen te brengen en niet te verdelen. Of je daarbij bovenaan, in het midden of achteraan staat op een lijst, maakt weinig uit. Zolang er maar campagne kan gevoerd worden binnen het bredere, eengemaakte kader.

Wat vind je verder van de samenstelling van de lijst?

Eerlijk gezegd denk ik dat het qua samenstelling een van de beste lijsten is die radicaal links ooit heeft neergelegd. Het is een erg mooie mix van de vele aspecten die deel uitmaken van datgene waar radicaal links voor staat. Uiteraard is er veel plaats ingeruimd voor vakbondsactivisten (waartoe ikzelf ook behoor). Daarbij werd er ook gelet op een zeker evenwicht tussen militanten van zowel de christelijke als de socialistische vakbond. Naast syndicalisten is er ook veel aandacht besteed aan activisten met andere achtergronden. Ik denk bijvoorbeeld aan mensen met en zonder migratieachtergrond, die daarmee het belang van antiracisme en strijd voor gelijke rechten onderstrepen. Verder uiteraard ook zeer veel vrouwen (de helft van de kandidaten), met de nodige aandacht voor feministisch activisme. Ook mensen die actief zijn inzake het brede terrein van de zorg nemen een groot aantal plaatsen voor hun rekening. Vergeten we ook de strijd tegen de woningnood en rond mobiliteit niet (wat in Antwerpen zeer belangrijke thema’s zijn). Tenslotte is ook de culturele en artistieke wereld sterk vertegenwoordigd. Niet te verwaarlozen is bovendien het grote aantal jeugdige kandidaten, wat niet onbelangrijk is gezien de sterke groei van het aantal jongeren in de stad.

Je spreekt over de aanwezigheid van vakbondsactivisten op de PVDA-lijst. Wat vind je van de kritiek van sommige syndicalisten op de in hun ogen te voorzichtige houding van de PVDA tegenover de vakbondsleidingen?

De discussie over programma – de eisen, zeg maar – de tactiek en de strategie – de actiemiddelen, dus – van de vakbonden is een erg belangrijke discussie. In de eerste plaats uiteraard voor militanten van de vakbonden zelf. Het spreekt voor zich dat politieke organisaties – zoals de PVDA, de SAP en anderen – daar ook meningen over hebben. Elk van die organisaties moet voor zichzelf uitmaken hoe ze met die meningen naar buiten treedt. Wel is het wel zo dat het hier gaat over lokale verkiezingen, waarbij vooral de lokale thema’s voorop staan. Toch ben ik erg blij dat er veel syndicalisten op de lijst staan. Het gaat stuk voor stuk om mondige mensen en ik kan me niet voorstellen dat zij net zo min als ikzelf vragen over de meer algemene syndicale strategie uit de weg zouden gaan. De aanwezigheid van Tom Devocht op de lijst is een goed voorbeeld. Deze kameraad wordt (net als Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt) voor de rechter gesleept omdat hij deelnam aan een filterblokkade tijdens een staking van het ABVV. Een proces waarmee niet alleen de socialistische vakbond wordt geviseerd, maar wel iedereen die actie voert of protesteert tegen de gevestigde wanorde. Ik ben dan ook heel blij dat Tom op de lijst staat. Hij spreekt zich daarmee duidelijk uit voor offensieve actiemiddelen en gelijk heeft hij!

De PVDA heeft het voorbije jaar een grote enquête gehouden en daaruit haar Antwerpse programma gepuurd. Dat programma is dan ook een dik boek geworden. Gaan jijzelf en de andere militanten van de SAP dat programma ook gebruiken?

Het programmaboek van de PVDA is interessant en bestrijkt het hele gamma van problemen waar de stad en haar bevolking mee worstelen. Het is dus zeker een inspiratiebron. Daarnaast hebben we met de SAP ook zelf een analyse gemaakt van de stedelijke problemen. Wat ons daarbij opgevallen is, zijn twee vaststellingen. Enerzijds zal de stadsbevolking de komende zes jaar opnieuw aanzienlijk toenemen (met 10.000 tot zelf 37.500 nieuwe inwoners, waarbij het vooral om nieuwkomers van niet-Belgische afkomst zal gaan). Deze bevolkingsgroei zorgt uiteraard ook voor noden en verzuchtingen. Er zijn bijkomende betaalbare en sociale woningen nodig, naast scholen en kinderopvang, recreatie- en sportmogelijkheden en natuurlijk ook de nodige groenruimte. Anderzijds is het zo dat de molensteen van de historische stedelijke schuld (die gemaakt werd om de haven uit te kunnen bouwen) eindelijk afbetaald is. De conclusie die we daaruit kunnen trekken, is dat er grote investeringen nodig zijn ten behoeve van de bevolking en dat de stad daarvoor ook de nodige middelen zou kunnen uittrekken. Helaas is het echter zo dat de concrete werking van de zogenaamde ‘democratie’ hier roet in het eten dreigt te strooien.

Wat bedoel je daarmee?

In de Belgische grondwet staat dat de gemeenten bevoegd zijn voor alle zaken van gemeentelijk belang. Je zou dan ook denken dat de stad haar eigen beleid kan voeren, zoals zij dat nodig acht. Bijvoorbeeld – ik zeg maar wat – door veel meer sociale woningen te bouwen. Maar als de stad zo’n beslissing zou nemen, dan moet het besluit van de gemeenteraad daarover wel eerst goedgekeurd worden door de zogenaamde ‘hogere overheden’. Dat noemt men ‘de voogdij’. Het betekent dus dat zowel het provinciebestuur als de Vlaamse regering hun zegen moeten geven aan dergelijke besluiten van de gemeenteraad. Met de bestaande politieke meerderheden op die niveaus is de kans reëel dat ‘de voogdij’ zo’n besluiten niet zal goedkeuren. Eigenlijk is dit voogdij-mechanisme vergelijkbaar met wat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) jarenlang gedaan heeft met landen uit de zogenaamde Derde Wereld of met de manier waarop de Europese ‘Trojka’ meedogenloos omspringt met Griekenland. Elke politiek die afwijkt van de neoliberale ‘normen’ wordt zo op ondemocratische wijze feitelijk onmogelijk gemaakt.

Wat kan daaraan gedaan worden?

Wij denken dat de democratie verregaand moet versterkt worden. Dat kan onder andere door te strijden voor de omkering van dit ‘voogdij’-mechanisme. Als de Vlaamse regering een beslissing neemt, zou die eerst moeten goedgekeurd worden door de ‘lagere’ overheden, dus door de steden en gemeenten (en dus niet omgekeerd, zoals dat vandaag het geval is). Democratie betekent toch dat de macht van onderuit komt, niet? Natuurlijk kunnen we dit niet zomaar veranderen door middel van deze lokale verkiezingen. Maar we kunnen wel proberen om meer mensen hier rond bewust te maken, zodat ze er later ook rond gemobiliseerd kunnen worden. Overigens geldt dezelfde democratische bekommernis voor de gemeenteraad en haar relatie met de districten. De middelen voor die districten zijn vandaag belachelijk laag. De zogenaamde ‘burgerbegroting’ van het district Antwerpen blijft daardoor feitelijk eerder een doekje voor het bloeden, in plaats van een werkelijk instrument van participatieve democratie. Bovendien zijn de bevoegdheden van de districten vandaag zeer beperkt. Het komt er dan ook op aan zowel hun middelen als hun bevoegdheden drastisch uit te breiden. Wat de gemeenteraad zelf betreft: die wordt vandaag voorgezeten door de burgemeester. Dat is niet logisch en alweer niet democratisch. De burgemeester maakt deel uit van de uitvoerende macht, die gecontroleerd zou moeten worden door de gemeenteraad. Vandaag is het omgekeerde het geval.

Welke noden zijn vandaag prioritair in Antwerpen?

Eigenlijk zijn ze allemaal prioritair (lacht). Een plaats bovenaan de agenda verdienen zeker en vast de mobiliteitsproblemen. Het vervoer in Antwerpen staat stil en als het niet stil staat, dan is het moordend of levensbedreigend, zoals ook blijkt uit de ongevallenstatistieken. De volgorde inzake mobiliteitswijzen moet dan ook dringend worden omgekeerd. Voorrang dus voor zwakkere weggebruikers, zoals fietsers en voetgangers. Daarnaast is er het grote schandaal van het ondermaatse openbaar vervoer. Dat beantwoordt in de verste verte niet aan wat er werkelijk nodig is. Ik denk dan niet alleen aan het verbeteren van het aanbod en ook de stiptheid van trams en bussen. Het openbaar vervoer moet ook gratis worden. Heel belangrijk is ook dat er eindelijk voorzien wordt in openbaar vervoer van, binnen en naar de haven. Dat is vandaag gewoonweg onbestaande en dat krijg je dus aan niemand uitgelegd! Eigenlijk hebben we opnieuw een stedelijk vervoersbedrijf nodig. Maar dan wel in publieke handen. Zulke dienstverlening mag je niet toevertrouwen aan op winst beluste private ondernemers (zoals het stadsbestuur wil).

Heeft het stadsbestuur de voorbije zes jaar dan stilgezeten?

Het huidige rechtse stadsbestuur heeft de grote maatschappelijke uitdagingen zes jaar lang laten rotten. Blijkbaar hebben ze daarmee voorrang willen geven aan de boekhouding, eerder dan aan de bevolking. Hun grootste prioriteit lijkt het afbetalen van de stadsschuld te zijn geweest. Hoe moeten we anders verklaren dat er pas nu, in het laatste jaar van de legislatuur, op grote schaal gewerkt wordt aan de wegeninfrastructuur binnen de stad? Met als gevolg een hele hoop file-leed en aanverwante miserie (denk maar aan de schandelijke en trieste piek in het aantal verkeersslachtoffers). In plaats van de mobiliteitsproblemen planmatig en gespreid over zes jaar aan te pakken, komt alles nu op een hoop te liggen, met alle chaotische gevolgen van dien.

Welke andere prioriteiten zie je?

Ik zie er meerdere. Zoals de armoede. Vandaag bestrijdt het stads- en OCMW-bestuur vooral de armen. Beter zou het zijn het OCMW te activeren, zodat die instelling actief de armoede opspoort, niet om de armen te stigmatiseren of te bestraffen, wel om hen bij te staan in het verkrijgen van hun rechten. Dat lijkt mij zinvoller dan het wegpesten van bedelaars of daklozen. Verder is er ook de woningnood. Het huidige stadsbestuur heeft zes jaar lang een moratorium ingesteld op het aantal sociale woningen. Volgens hen is een sociale woning bovendien slechts een tijdelijk hulpmiddel voor wie onbemiddeld is. Wij denken dat het volstrekt wereldvreemd is om sociale woningen te bekijken als ‘doorgangswoningen’. De waarheid is dat er gewoon veel te weinig betaalbare woningen zijn in Antwerpen. Er moet dus ingezet worden op een grootscheepse inhaalbeweging, zeker ook inzake sociale woningen. Tegelijk dienen ook andere uitsluitingsmechanismen inzake huisvesting bestreden te worden. We kennen uit de media allemaal de pleidooien voor ‘co-housing’, wat mensen en generaties meer bij elkaar kan brengen, wat de kostprijs voor zorgverlening gunstig kan beïnvloeden en wat de ecologische voetafdruk ook kan helpen inperken. Is het dan logisch dat arme mensen hun uitkering zien dalen, wanneer zij voor samenwonen kiezen, wat toch ook een vorm van co-housing is? Hetzelfde tekort geldt ook voor onderwijs en kinderopvang. De voorziene groei van de bevolking betekent vooral een toename van het jeugdige deel van die bevolking. Er moeten dus scholen en leerkrachten bijkomen, net zo goed als dat het aantal crèches gevoelig moet worden uitgebreid.

Meer sociale woningen, meer scholen en meer crèches – is dat voldoende om de problemen aan te kunnen?

Nee, want zoals ik al zei gaat het bij de voorziene groei van de bevolking vooral om nieuwkomers van niet-Belgische afkomst. Het is voor iedereen die het wil zien zo helder als pompwater dat deze groep medeburgers geconfronteerd wordt met een discriminerende en zelfs ronduit racistische behandeling. Zo blijkt dat een groot deel van de scholieren van (vooral) niet-Belgische afkomst kampen met het waterval-systeem in het onderwijs. Zij worden onvoldoende gemotiveerd en al te makkelijk naar beneden geduwd. Velen worden daardoor ontmoedigd en verlaten de schoolbanken zonder diploma. Maar daar eindigt hun ellende niet. Als ze pakweg een kleine winkel openen, worden ze onmiddellijk geconfronteerd met de stigmatiserende ‘imago-taks’ van het huidige stadsbestuur (een heffing die ze jaarlijks moeten betalen om hun zogenaamd ‘imago-verlagende’ zaak te mogen blijven openhouden). Hebben ze het geluk een job te vinden bij de stad zelf, dan is alles ook lang geen koek en ei. Zijn het vrouwelijke moslima’s, dan botsen ze op het hoofddoekenverbod. Verhelpen aan dit soort discriminatie, stigmatisering en racisme; dat is dan ook een democratische kwestie. Weg dus met het hoofddoekenverbod, de imago-taks, de stigmatisering van bevolkingsgroepen en andere ‘vreemdelingentaksen’!

Stel dat de PVDA een absolute meerderheid zou behalen, zodat het programma volledig en onverkort kan worden uitgevoerd. Dat gaat toch handenvol geld kosten? Wie gaat dat betalen?

(grinnikt) Het is weinig waarschijnlijk dat de absolute meerderheid in het verschiet ligt. Maar toch: de kwestie van de stadsfinanciën blijft natuurlijk erg belangrijk. Ook hier zie ik mogelijkheden om te democratiseren. Vandaag is het zo dat de aanvullende personenbelasting (de zogenaamde ‘opcentiemen’) in Antwerpen de hoogste van Vlaanderen zijn. Tegelijk vinden we op het grondgebied van de stad (o.a. in de haven) bedrijven, die bij de rijkste van het land horen. Toch betalen zij zeer lage belastingen. In Zwijndrecht (een buurgemeente van Antwerpen) is precies het omgekeerde het geval: de personenbelasting is er zeer laag, terwijl de bijdragen van de bedrijven borg staan voor het gros van de gemeentelijke uitgaven. Dit moet ook mogelijk zijn in Antwerpen. Er is geen enkele rationele reden om die omkering niet door te voeren. Bangmakerij als zouden die bedrijven dan prompt de stad verlaten, slaat nergens op. Zwijndrecht heeft haar bedrijven toch ook niet zien vertrekken?

Als een absolute meerderheid voor de PVDA weinig waarschijnlijk is, hoe kan een stem voor de PVDA-lijst dan het verschil maken?

Er wordt veel gespeculeerd over de mogelijke uitslag van de komende gemeenteraadsverkiezingen. Bovenal leeft de vrees dat de huidige rechtse coalitie opnieuw een meerderheid zou kunnen behalen. Persoonlijk denk ik dat de kans daarop relatief klein is. Het is waar dat de burgemeester en zijn partij (N-VA) kan rekenen op wat ik een media-bonus zou durven noemen. Van zijn huidige coalitiepartners kan echter niet hetzelfde gezegd worden. De kans is reëel dat de N-VA haar huidige coalitiepartners (OpenVLD en CD&V) met huid en haar opvreet. Dat zal echter geen absolute meerderheid opleveren. Met wie kan de burgemeester dan in zee gaan? Met het Vlaams Belang? Dat is niet realistisch. Het zou meteen betekenen dat de coalitievorming op federaal vlak na de verkiezingen in 2019 compleet geblokkeerd wordt (geen enkele Franstalige partij zal in zee willen gaan met fascistenvrienden). In de praktijk blijven zo alleen Groen en de sp.a over als potentiële coalitiepartners. De kans dat een van beiden ingaat op een aanbod, is niet helemaal onmogelijk. Vandaag zijn er in sommige districten al coalities van N-VA met hetzij Groen, hetzij de sp.a. Ook in het huidige provinciebestuur werkt de sp.a samen met de N-VA. Er is dan ook een sterke, linkse kracht nodig, die beide beleidspartijen bij de les kan houden. Hoe beter de uitslag voor de PVDA-lijst, hoe minder kans dat Groen of sp.a in zee zal durven gaan met de partij van de huidige burgemeester.

Zou het niet beter zijn geweest voor iedereen als er in Antwerpen een lijst vanuit burgerbewegingen zou gekomen zijn?

Dat zou alleszins interessant geweest zijn. Iedereen kijkt dan naar het voorbeeld van Barcelona, met Ada Colau en haar ‘En Comu’. We kunnen echter alleen maar vaststellen dat de invloedrijke burgerbewegingen (zoals Ademloos, StRaten-Generaal en Ringland) – die de voorbije jaren hebben getoond de massa van de bevolking rond de mobiliteitskwestie achter zich te kunnen scharen – besloten hebben om de hefboom van de massamobilisatie in te ruilen voor een ‘realistisch’ compromis. Of het gaat om een goed en houdbaar compromis, zal de toekomst uitwijzen. Door dit compromis werd de mogelijkheid van een lijst van burgerbewegingen echter wel een… onmogelijkheid. De hoop die gewekt werd door deze burgerbewegingen zal nu uitgedrukt worden door het succes van de PVDA-lijst. Met de SAP willen we daar ons bescheiden steentje toe bijdragen.

Dit interview verscheen eerder op de website van SAP - Antikapitalisten: www.sap-rood.org/peter-veltmans-op-pvda-in-antwerpen/