woensdag 16 januari 2013

De samenzwering op het Schoon Verdiep

Tom Naegels beschrijft in zijn column in De Standaard hoe op "een nieuwsarme dag" een oproep tot betogen op een obscure webpagina kon uitgroeien tot een controverse rond samenscholingsverboden. Die controverse hield de goegemeente dagenlang bezig. Het kan echter ook zijn dat dit proces ietwat anders is verlopen. Bijvoorbeeld zo:

Tijdens het scheren luistert burgemeester-en-partijvoorzitter Bart De Wever op woensdag 9 januari naar 'De Ochtend' op Radio Eén. Bij het ontbijt neemt hij ook de kranten door. Hij is duidelijk ontstemd. De berichtgeving gaat niet een keer over hemzelf, noch over de N-VA. En gisteren was het ook al van dat. Dit kan zo niet langer. Er moet dringend ingegrepen worden. Aangekomen op het Schoon Verdiep telefoneert hij onmiddellijk woordvoerder Philippe Beinaerts.

Bart De Wever: “Ah, Philippe. Hoe is 't?”
Philippe Beinaerts: “Ah Chef. Met mij goed. En met U?”
Bart De Wever: “Niet zo goed, man. We zijn al twee dagen de control over het nieuws kwijt. Dat kan zo niet verder, he. Er moet direct iets gebeuren. Direct, he! Enne, Philippe, ge moogt mij niet 'Chef' noemen, he. De muren hebben oren en de vijand luistert mee. Straks doen ze met die 'Chef' hetzelfde als in den tijd met den 'Duce'. Of nog erger... Zeg maar gewoon Bart, he.”
Philippe Beinaerts: “Geen probleem, Chef Bart. Maar... wat wilt ge dat ik doe aan die controle over het nieuws? Daar kan ik toch echt niet veel aan doen? Of wel?”
Bart De Wever [zucht in zichzelf over Beinaert's traagheid van begrip]: “Awel, we moeten direct nieuws maken, he. Eender wat, als het maar in de gazet komt. En op TV. En op de radio, natuurlijk. Trouwens, komende vrijdag hebben we toch schepencollege, niet? Is er daar geen beslissing die we rap kunnen nemen en die wat stof doet opwaaien?”
Philippe Beinaerts: “Er staat maar een punt op de dagorde, Chef... euh... Bart. Iets over het Droogdokkenpark. Maar een echte beslissing is dat niet. We moeten die zaak alleen maar doen voorleggen aan de gemeenteraad.”
Bart De Wever: “Neenee, dat is niet goed genoeg. We moeten met iets pakkends kunnen uitpakken.”
Philippe Beinaerts: “Zouden we dan de N-VA-schepenen niet beter bijeen roepen? Als we met meer zijn, zullen we rapper iets kunnen bedenken, he.”
Bart De Wever: “Goei idee. Roept ze maar samen. We zullen nog eens goe aan den boom gaan schudden, zie.”

Philippe Beinaerts belt de N-VA-schepenen op en een half uur later zitten ze samen in de collegezaal van 't Schoon Verdiep. Schepen voor sociale zaken Liesbeth Homans voert het hoge woord.

Liesbeth Homans: “Veiligheid! Dáár moeten we iets rond doen. Dat valt altijd goed. De grondstroom van ons volk smácht naar veiligheid! En tussendoor snoepen we nog wat meer aanhang weg bij 't Vlaams Blok. Euh, Belang. En de linksen stampen we er nog eens goed mee tegen hun schenen. Altijd meegenomen. Keigoe!” [grijnst verheerlijkt]
Bart De Wever [droedelt verveeld op briefpapier van 't stad]: “Heel goei idee. Denkt daar maar wat verder op door. Maar ondertussen heb ik nog een ander idee.” [Legt ferm zijn balpen neer] We schaffen diene slogan van de Patrick gewoon áf. Komen we gegarandeerd mee in het nieuws. En het kost ons niks he, want eerst moeten we al die tonnen papier toch nog opgebruiken.” [glimlacht triomfantelijk]
Koen Kennis (schepen van financien): “Jamaar, Bart, zó simpel is dat nu ook weer niet, he. Denk eens aan al die bedrijfsvoertuigen. Van de vuilkar, van de groendienst en van wat weet ik al niet. Die moeten allemaal bijgeschilderd worden. Dat gaat tijd en dus geld kosten, he man. En verf, natuurlijk.”
Bart De Wever [maakt een afwimpelend gebaar]: “Och Koen, dat zijn zorgen voor later, he. Ondertussen staan we toch weeral in de gazet, he. En zijn we terug op TV. En op de radio.”
Liesbeth Homans: “Ik heb ondertussen nog wat nagedacht over die veiligheid. Zouden we eens niet kunnen bellen met den Dams?”
Nabila Ait Daoud (schepen voor jeugd): “De Dames? Tof, dat ge ook de jeugd er wilt bij betrekken!”
Bart De Wever: “Neenee, Nabila, nie die Dames, den Dams. De procureur, he.”
Nabila Ait Daoud bloost verlegen en zwijgt.
Rob Van de Velde (schepen voor ruimtelijke ordening en middenstand): “Jamaar, Bart. Den Dams, dat is nen tsjeef, he. Met die mannen moet ge oppassen.”
Bart De Wever: “Och, Rob. Die mannen heb ik al eens een kleedje gepast, he. En daarbij, soms heeft den Dams goei ideeën. Allé, Philippe, belt hem eens op!”
Philippe Beinaerts: “Direct, Chef Bart!” [De Wever rolt vertwijfeld met de ogen]

Tien minuten later komt Philippe Beinaerts terug en meldt met grote vreugde dat 'den Dams' onderweg is. Het gezelschap is ondertussen bezig met het op punt zetten van het collegebesluit waarmee de slogan 't stad is van iedereen definitief naar de vuilnisbak van de geschiedenis wordt verwezen. Een kwartier later komt Herman Dams heel pompeus aan op de vergadering.

Herman Dams: “Ah, Mijnheer de Burgemeester. Het is mij een genoegen.”
Bart De Wever: “Voor mij ook, Herman. Voor mij ook.”
Herman Dams [niet uit zijn lood geslagen]: “Mijnheer de Burgemeester, ik wens wel met mijn titel aangesproken te worden!”
Bart De Wever [knippert verbaasd met de ogen]: “Oh... maar... ja. Natuurlijk. Rang en stand. Dat mogen we zomaar niet te grabbel gooien. Uiteraard, Mijnheer de Procureur!”
Herman Dams [zichtbaar vergenoegd]: “Bon, wat kan ik voor de dames en heren betekenen?”
Liesbeth Homans [in zichzelf mompelend]: “Betekenen, betekenen... Doen ja!”
Philippe Beinaerts: “Chef Bart vindt dat we iets moeten doen. We zijn de controle over het nieuws al twee dagen kwijt. Er moet dus dringend iets gebeuren!”
Herman Dams: “Ah zo. En wat dan wel?”
Bart De Wever [ongeduldig]: “We moeten nieuws maken, he Herm... euh... Mijnheer de Procureur.”
Liesbeth Homans: “Nieuws rond veiligheid!”
Herman Dams: “Tsja, spijtig. Ik had al dat bericht rond de vervolging van de patsers. Maar dat was vorig weekend...”

Het gezicht van de aanwezigen licht plots op. De herinnering aan Dams' vervolging van Marokkaanse jongeren met dure wagens doet hen duidelijk deugd.

Rob Van de Velde: “Ja, dat vond ik nu echt eens goed gevonden!”
Liesbeth Homans [met brede glimlach]: “Absoluut!”
Herman Dams [trots]: “Binnenkort pak ik weer met iets uit. Ik ga de bevolking mobiliseren...”
Bart De Wever [verschrikt]: “De bevolking mobiliseren? Is dat niet gevaarlijk? Gij klinkt al zoals die extremiste uit Borgerhout. Allé, hoe heet ze weer?”
Liesbeth Homans: “Zorrho Ottomans of zoiets.”
Nabila Ait Daoud [stilletjes]: “Othman, Liesbeth, Zohrá Othman.”
Liesbeth Homans [blazend]: “Allé, als gij het zegt...”
Herman Dams [sluw]: “Neenee, zo bedoel ik het niet. Natuurlijk niet! Nee, ik ga de bevolking oproepen om de politie te helpen! Een beetje zoals die buurtinformatienetwerken, maar dan zonder dat ze... euh... netwerken, he. De mensen moeten alleen de politie bellen. Als ze iemand verdacht zien. Of zo.”
Rob Van de Velde glimlacht.
Bart De Wever: “Awel, zo hebben wij ook iets nodig. Is er nu zo niks te vinden waar we een spel rond kunnen maken?”
Koen Kennis: “Liefst ook iets dat met Borgerhout te zien heeft. Kunnen we die linksen daar en passant ook nog wat jennen.”
Bart De Wever [monkelend]: “Mijn gedacht!”
Herman Dams [onverstoorbaar]: “Informeert eens bij uwe korpschef ad interim.”
Bart De Wever: “Ah ja, de Serge! Dat ik daar niet eerder aan gedacht heb. Ik zal hem direct eens bellen, zie!”

Bart De Wever verlaat de vergadering en telefoneert Serge Muyters, korpschef ad interim van de stedelijke politie.

Serge Muyters [bars]: “Allo, allo!”
Bart De Wever [geamuseerd]: It is I, Leclerc. I am in disguise...”
Serge Muyters: “Zeg, flauwe plezante. Dat is strafbaar, he! [mopperend] De politie lastig vallen met onnozel moppen...”
Bart De Wever [op zijn hoede]: “Sorry, sorry. 't Is den Bart hier, he. Ge weet wel, den burgemeester.”
Serge Muyters: “Ah burgemeester! Welk goed nieuws? Of is 't slecht nieuws? [ongerust] 't Gaat toch niet over mijn benoeming he?”
Bart De Wever: “Neenee, Serge, dat is veel te vroeg he. Eerst nog dat assesment en zo he, jong. En Turtelbie moet dan ook nog akkoord gaan...”
Serge Muyters [opgelucht]: “Ja, natuurlijk. Maar ge kunt nooit weten, he. Gij met uwen lange arm...”
Bart De Wever: “Niet overdrijven, he. [korzelig] Uwen arm is anders ook niet van de kortste. Neenee, we moeten dringend wat nieuws maken. Laten zien aan jan en alleman dat wíj het zijn die bepalen, wat er hier gebeurd en wanneer en waar en hoe. Verstaat ge?”
Serge Muyters: “Ik versta het! En dat moet iets zijn in Borgerhout, zeker?”
Bart De Wever [vergenoegd]: “Eindelijk ne man met een snel begrip! Inderdaad, in Borgerhout. Tegen die linksen daar. En tegen al de rest van het schorremorrie daar!”
Serge Muyters [schouderophalend]: “Tsja, spijtig, maar er is mij echt niks opgevallen dat we kunnen gebruiken.”
Bart De Wever [smekend]: “Maar allé, kunnen we nu echt niks vinden?”
Serge Muyters [richt zijn vrije hand ten hemel]: “Nee, echt niet. [Zwijgt enkele ogenblikken en denkt na] Tenzij... we iets ineen steken, natuurlijk...”
Bart De Wever: “Mijn gedacht! Aan wat denkt ge?”
Serge Muyters [aarzelend]: “Wel, 't is natuurlijk niet echt legaal... maar... we zouden kunnen zeggen dat er sms-en verspreid worden met oproepen om te betogen. En dan... dan kunnen we die betoging verbieden, he. En daar boven op nog een samenscholingsverbod uitroepen. Kunnen we nog eens uitpakken met GAS-boetes en combitaksen voor de overtreders. Laat ze ons daarna maar robocops noemen” [grijnst]
Bart De Wever: “Ja, dat klinkt goed, maar... betogen tegen wat? Want als ze tegen mij betogen, dan kan ik dat moeilijk verbieden, he. Dat zou wel heel klein overkomen. Dan ben ik weer de Calimero...”
Serge Muyters: “Neenee, niet tegen u. Tegen die cartoons in Frankrijk, he.”
Bart De Wever [ietwat verward]: “In Frankrijk? Cartoons? Tegen Hollande? [peinzend] Ja, dat zou misschien wel goed uitkomen. Ben ik ineens de verdediger van een bevriend staatshoofd. En... de linksen kunnen daar niet tegen zijn. [ineens terug ferm] Maar nee, toch beter niet. Die linksen... Die wil ik juist nen hak zetten, he.”
Serge Muyters [rollend met de ogen]: “Maar nee, niet tegen Hollande! Tegen die cartoons over de Mohammed, he! Altijd goed voor een relleke.”
Bart De Wever: “Ah ja! Natuurlijk! Heel goed gevonden! Begin er maar aan. Steekt dat bericht maar al ineen. Binnen een half uur in mijne mailbox, OK?”
Serge Muyters: “Komt in orde, Bart.”

Bart De Wever gaat voor het raam staan en haakt zijn duimen achter de revers van zijn vest. “Ja, denkt hij, nú is het stad pas écht vooral van ons! En de rest komt nog!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten