dinsdag 15 oktober 2024

Van de verkiezingscampagne naar het sociaal eenheidsfront

Voor de verkiezingen op 13 oktober 2024 was de linkerzijde in Antwerpen aangewezen op achtervolgen. Samen hadden Groen, PVDA en Vooruit toen slechts 38,2% van de kiezers achter zich, ofwel 21 zetels, tegenover 28 voor centrumrechts en 6 voor extreemrecht. Vandaag liggen die verhoudingen toch wel wat anders. De progressieve partijen behalen nu samen 43,8% ofwel 25 zetels. Een vooruitgang dus met 5,8% of 4 zetels. Zoals politicoloog Dave Sinardet terecht aanhaalt, is dat “niet veel minder dan de 47,8 procent die N-VA en Vlaams Belang gezamenlijk halen.” Bovendien, aldus opnieuw Sinardet, “moest je het totaal verschrompelde centrum (5,7%) ietwat geforceerd aan een van beide kampen willen toewijzen, dan toch eerder aan de linkerzijde, aangezien CD&V en OpenVLD in deze campagne beiden een vergelijkbare links-liberale toon aansloegen.” Zo – louter hypothetisch! – bekeken zou de eerder progressieve kant – moest zij zich verenigen - dan zelfs ‘aan zet’ hebben kunnen zijn, met in totaal 49,5%. 

 

Afwezige kiezers

Dat zou zelfs nog meer het geval zijn geweest, moesten er niet zoveel kiezers thuis gebleven zijn. Niet minder dan 39,2% ofwel zo’n 100.000 kiezers stuurden simpelweg hun kat. Wat elke democraat grote zorgen zou moeten baren! Sociologen zullen zich nog wel enige tijd buigen over de concrete samenstelling van dit grote, afwezige segment van de samenleving. Toch kunnen we in het algemeen nu al stellen dat vooral jongeren, mensen met een migratieachtergrond en sociaaleconomisch achtergestelde kiezers ronduit afhaakten. Wat meteen de democratische legitimiteit van de ‘winnaars’ stevig in vraag doet stellen. 

 

Verdoezelde cijfers

Er zijn zo nog wel meer bedenkingen te maken. Want terwijl de media van de daken schreeuwen dat de N-VA – en dan vooral burgemeester Bart De Wever – “een grote overwinning boekte”, staat dat toch in schril contrast met de cijfers van de kiezersaantallen. De N-VA boekte met een ronduit anticommunistische campagne (‘Rome of Moskou’) weliswaar lichte vooruitgang (+1,9%). Dit cijfer verdoezelt echter dat N-VA wel degelijk meer dan 20.000 stemmen... verliest tegenover de vorige gemeenteraadsverkiezingen! Hetzelfde kan men ook zeggen over de vooruitgang die Vooruit liet optekenen (+1,4%), vermits de sociaaldemocraten ook meer dan 7.000 stemmen verloren ten opzichte van 2018. Beider vooruitgang in percenten is dan ook louter het gevolg van het feit dat er zo’n 100.000 kiezers niet kwamen opdagen.

Centrumpartijen (zoals CD&V, dat nog slechts één zetel overhoudt of OpenVLD, dat zelfs verdwijnt uit de gemeenteraad!) betaalden eveneens het gelag, net als Groen, dat 7,4% achteruit gaat en met 10,7% (6 zetels) slechts nipt groter blijft dan Vlaams Belang. Een opsteker is wel dat Vlaams Belang in de Scheldestad stagneert met 10,6% van de stemmen (6 zetels). 

 

Media en tweestrijd

Wie de media geloofde, dacht dat de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen voorwerp waren van een simpele tweestrijd: N-VA of PVDA. Waar de media ooit spreekbuizen waren voor de uiteenlopende, politieke strekkingen in de samenleving, is dat al lang niet meer het geval. De veralgemeende ontzuiling ging gepaard met verregaande commercialisering en de ermee samenhangende concurrentiestrijd. Dat heeft geleid tot vervlakking in de berichtgeving en een zoektocht naar ‘clickbait’ – spektakelnieuws in plaats van analyse en (liefst eerlijke) informatieverstrekking. Meer en meer spitst de ‘berichtgeving’ zich ook toe op de vraag wie er burgemeester zal blijven of worden, eerder dan wat er inhoudelijk echt toe doet voor de kiezers. Wat maakt dat de campagnes meer en meer een presidentieel karakter krijgen: Bart of Jos dus, in Antwerpen.

 

Implosies

Beide partijen – N-VA en PVDA – konden zo hopen dat hun tegenstander ook hun beste militant zou worden. Tot op zekere hoogte is dat ook het geval geweest. Toch zeker voor wat betreft N-VA. Zij konden zo heel wat recht-conservatieve kiezers uit het centrum naar zich toetrekken. Met als gevolg de totale implosie van vooral OpenVLD, maar ook CD&V. Wellicht hebben ook een zeker aantal potentiële kiezers voor Vlaams Belang zich om deze reden toch maar tot N-VA bekend. 

 

Hoop op reële kentering

Het is verleidelijk (en de media doen dat ook) om dezelfde ‘verklaring’ toe te passen op de winst van PVDA (+11,5% of +8 zetels). Toch is dat niet het geval. De voornaamste reden waarom de PVDA zoveel aanhang kon winnen, ligt vooral in het feit dat zij de enigen waren die ondubbelzinnig opkwamen voor de vorming van een alternatieve, progressieve coalitie. Zij belichaamden zo de hoop op een reële kentering in het beleid in de Scheldestad. Het feit dat zowel Groen als Vooruit daar maar lauwtjes op reageerden, maakte dat potentiële kiezers voor die partijen, die het tegelijk helemaal gehad hebben met de sociale hardvochtigheid en het autoritarisme van Bart De Wevers N-VA, niet anders konden dan zich richten tot de PVDA.

 

PVDA enige echte winnaar

Op die manier steeg de PVDA in Antwerpen naar een spectaculaire 20,2% (+11,5), waarmee zij de tweede partij werd in de Scheldestad. Vergeleken met de eerder beperkte winst in percentages (maar zoals gezegd niet in aantallen kiezers) zijn zij daarmee feitelijk de enige echte winnaar in Antwerpen. De droom om uit te groeien tot de allergrootste (om daarmee als initiatiefnemer een ‘progressieve coalitie’ te kunnen optuigen), ging wel niet in vervulling. 

 

Kartel tussen Vooruit en Groen?

De hierboven reeds aangehaalde politicoloog Dave Sinardet meent dat “het alternatief voor De Wever had moeten komen van een centrum-links kartel tussen Vooruit en Groen. Dat had veel makkelijker kunnen inbreken in de mediatieke tweestrijd (...). De Wever had nog steeds kunnen mobiliseren tegen de dreiging van een linkse burgemeester, maar die was dan tenminste een pak reëler geweest. En vooral: in het waarschijnlijke geval dat De Wever ook dan burgemeester was gebleven, had een groter links blok het beleid werkelijk meer naar links kunnen sturen.” 

 

Tactiek of strategie?

Het is maar de vraag of dat werkelijk zo zou zijn. Al bij al bleven de campagnes van zowel Groen als Vooruit steken in een vorm van tactisch pragmatisme: hoe kunnen we ervoor zorgen dat we mogen deelnemen aan de macht? De vraag of die macht niet eerder moet worden uitgedaagd of zelfs bestreden – een strategische vraag! - werd zo goed als nooit door beiden gesteld. Wat meteen ook maakt dat hun pleidooien voor wat Groen-lijsttrekker Bogdan Vanden Berghe omschreef als “een progressieve draai geven aan het beleid” niet echt aantrekkelijk bevonden wordt door kiezers die vooral hun afkeer voor het beleid van De Wevers N-VA willen uitdrukken.

 

Electorale en sociale werkelijkheid

Dave Sinardet meent verder ook dat “een radicale partij als de PVDA veel minder bij machte is om de linkerzijde rondom zich te verzamelen dan een meer gematigde partij (...).” Ik betwijfel dat ten sterkste. Het zou gemakkelijk zijn om daarvoor te verwijzen naar het resultaat van de PVDA vandaag – met 20,2% vandaag quasi even sterk als Groen en Vooruit samen en daarmee daadwerkelijk de leidende kracht op links. Maar er is meer. Want Sinardet beperkt zich tot de louter electorale werkelijkheid. Daarmee laat jij de sociale werkelijkheid onbenoemd. Zoals ik hierboven reeds argumenteerde, bleven zo’n 100.000 kiezers weg uit het kieshokje. Deze massa van jongeren, mensen met een migratieachtergrond en sociaaleconomisch achtergestelden vormen een potentieel machtig reservoir. Zij kunnen perfect gemobiliseerd worden. PVDA-lijstduwer Peter Mertens heeft dan ook overschot van gelijk als hij op Facebook schrijft dat de afschaffing van de opkomstplicht een derde van de mensen uit de democratie heeft geduwd, mensen wiens stem wij – PVDA – in de gemeenteraad zullen blijven vertegenwoordigen.”

 

Eenheidsfront van onderuit

Toch zal ook dat ‘verdedigen in de gemeenteraad’ niet genoeg zijn. Het komt er vooral op aan om in de komende jaren een machtig eenheidsfront van onderuit te creëren van al diegenen die door de machthebbers worden uitgesloten, die geen uitzicht krijgen op oplossingen voor hun reële noden inzake huisvesting, onderwijs, openbaar vervoer én democratische rechten en vrijheden. 

 

ABVV

Zulk eenheidsfront zal er niet vanzelf komen. Daarom moeten alle aanleiding met beide handen worden gegrepen. Zelf denk ik daarbij aan twee voorbeelden (al zullen er ongetwijfeld wel meer zijn of komen). Ten eerste is er het persbericht dat het ABVV van de regio Antwerpen daags na de verkiezingen van 13 oktober verspreidde. Daarin kunnen we onder andere lezen dat “40 procent van de Antwerpse kiesgerechtigden zijn of haar stem niet heeft gebruikt. Dit is een bijzonder jammere zaak, die erop wijst dat onze democratie nood heeft aan versterking. Het ABVV pleit daarom voor de herinvoering van de stemplicht. Sowieso moet de band tussen burger en beleid versterkt worden. Een krachtig middenveld, waaronder sterke vakbonden, blijft daarvoor de beste oplossing.” 

 

Memorandum actiecomité

Ten tweede is er het op dit blog al eerder vermelde memorandum, opgesteld door het Actiecomité Stop Uitverkoop Antwerpen, dat oproept tot een ommekeer in Antwerpen. Dit memorandum gaat ervan uit dat de vroegere beperking van de budgettaire ruimte in Antwerpen grotendeels van de baan is. Vandaag is Antwerpen de stad met de grootste financiële beleidsruimte van alle Vlaamse steden en gemeenten. Dat betekent meteen dat er ruimte is om eindelijk terug te investeren in de al te lang verwaarloosde sociale noden van brede lagen van de bevolking. 

 

Mobilisatie van het Antwerps middenveld

Als we deze twee vaststellingen van ABVV en van het actiecomité Stop Uitverkoop Antwerpen met elkaar verbinden, dan lijkt het mij duidelijk dat het mogelijk moet zijn om over te gaan tot eensgezinde mobilisatie van het Antwerps middenveld, ten voordele van de werkelijke belangen van sociale meerderheid van de bevolking: meer betaalbare en sociale woningen, meer en beter (en liefst ook gratis) openbaar vervoer, meer investeringen in het stedelijk patrimonium (in plaats van de uitverkoop ervan) en meer en diepere democratische rechten en vrijheden.

 

Wegen op Vooruit

Uiteraard dient er ook bij de toekomstige coalitiepartner Vooruit op aangedrongen worden om zoveel mogelijk van deze voorstellen binnen te loodsen in een nieuw bestuursakkoord. Alleen vrees ik dat dit wegen op Vooruit helaas in zeer veel gevallen dode letter zal blijven, tenzij… die voorstellen ook ondersteund worden door brede, maatschappelijke mobilisering. Als de PVDA, met haar sterke vertegenwoordiging in de gemeenteraad, aan zulke mobilisering zou bijdragen – en tegelijk zou kunnen weerstaan aan haar oude neiging tot instrumentalisering! – dan kan dat de echte gamechanger zijn, waarop zovelen aan het wachten zijn. Laat het einde van de verkiezingscampagne dan ook het begin zijn van de vorming van een sociaal eenheidsfront van onderuit in Antwerpen!

PERSBERICHT 14.10.2024

ABVV-regio Antwerpen wil een sociale stad die werkt

Gisteren bracht 43,8% van de Antwerpse kiezers een uitgesproken progressieve stem uit. Nooit eerder lag dat aantal zo hoog in onze stad. Het ABVV-regio Antwerpen gaat ervan uit dat dit signaal vertaald zal worden in het toekomstige beleid. De socialistische vakbond ziet daarbij vijf grote werven voor de nieuwe bestuursploeg in de Stad.

  1. Sterk naar werk

Onze stad staat voor grote uitdagingen op het vlak van werk. Bedrijven kampen meer en meer met een tekort aan werknemers en kwetsbare werkzoekenden krijgen te weinig begeleiding op weg naar een job. In tegenstelling tot onder de vorige schepen verwachten wij dat de bevoegdheid werk een prioriteit wordt van het nieuwe stadsbestuur. Het recept voor succes is daarbij gekend. Wie mensen goed en succesvol naar werk wil begeleiden doet dat samen met de vakbonden en werkgevers in de verschillende sectoren. Deze samenwerkingen werden onder de vorige schepen jammer genoeg afgebouwd ten voordele van een mislukt prestigeproject. ABVV-regio Antwerpen hoopt op een snelle uitnodiging om het schip weer recht te trekken.

  1. Stop sociale dumping

Het bestrijden van mensenhandel en sociale dumping is een verantwoordelijkheid van alle overheden in dit land. Ook van de Stad. De voorbije bestuursperiode hebben de tragedie van nieuw Zuid en het schandaal bij Borealis daar jammer genoeg opnieuw op gewezen. Het ABVV eist daarom strengere voorwaarden op vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden bij het gunnen van openbare aanbestedingen door het opnemen van sociale clausules. Ook een doortastend optreden tegen huisjesmelkerij en het engagement om bij activeringsbeleid enkel in te zetten op doorstroom naar kwaliteitsvolle jobs (en geen nepstatuten) horen daarbij.

  1. Vlot naar je werk

Als onze regio stilstaat, raakt ook niemand nog op zijn werk. Een vlotte mobiliteit begint met inzetten op een kwaliteitsvol en toegankelijk openbaar vervoer. Daarnaast is er nood aan een gericht beleid op het ontsluiten van grote bedrijvenzones.

  1. Betaalbaar en duurzaam wonen

De uitdagingen op het vlak van wonen blijven enorm in onze stad. Er moet gebouwd worden!  De Stad moet echter ook waken over wat er gebouwd wordt. Bij elk nieuw project moeten er minima worden opgelegd op vlak van sociaal en betaalbaar wonen. Daarnaast is er een investeringsversnelling nodig om het huidig patrimonium van de sociale huisvestingsmaatschappijen te vernieuwen.

  1. Toegankelijke en kwaliteitsvolle openbare diensten

Een Stad die werkt, kan niet zonder een ploeg die werkt. Onze stedelijke ambtenaren verdienen een bestuur dat hen steunt en respecteert. We verwachten dat de toegankelijkheid van de stadsdiensten voor elke burger sterk verbetert, ook zonder afspraak. Ook de investeringsnoden van het Stedelijk Onderwijs en het Zorgbedrijf moeten ter harte worden genomen.

Het ABVV stelt ten slotte vast dat gisteren 40 procent van de Antwerpse kiesgerechtigden zijn of haar stem niet heeft gebruikt. Dit is een bijzonder jammere zaak, die erop wijst dat onze democratie nood heeft aan versterking. Het ABVV pleit daarom voor de herinvoering van de stemplicht. Sowieso moet de band tussen burger en beleid versterkt worden. Een krachtig middenveld, waaronder sterke vakbonden, blijft daarvoor de beste oplossing.

donderdag 10 oktober 2024

 

Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen:

Linkse eenheid: utopische wensdroom of tactiek?

Op 8 oktober 2024 – vijf dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen – publiceerde de kranten De Morgen en Gazet van Antwerpen een oproep: ‘Stad in beweging, naar een progressieve coalitie voor Antwerpen’. Oproep die onderschreven werd door tientallen academici, linkse politici, vakbondsverantwoordelijken en kunstenaars. Initiatiefnemer Pascal Gielen – auteur en hoogleraar cultuursociologie aan de Universiteit Antwerpen – en de andere ondertekenaars roepen de bevolking op om zeker te gaan stemmen (niet onbelangrijk, nu de kiesplicht helaas afgeschaft werd!) en tegelijk ook om progressief te stemmen, zodat “we samen de stad terug in handen kunnen nemen”.

Hoop

Deze oproep verwoordt een hoop, die sterk leeft bij vele Antwerpenaren: de hoop op een breuk met het door de N-VA aangestuurde beleid van de afgelopen 12 jaar. Dat beleid blinkt uit in verregaande toegeeflijkheid tegenover vastgoedontwikkelaars en huisjesmelkers, luistert nauwelijks naar klachten van burgers of verenigingen, beschimpt etnische minderheden, beperkt democratische rechten en vrijheden en jaagt dichters en kunstenaars met allerlei verboden steevast op stang.

Fantastisch progressief resultaat

Aanleiding voor het opleven van de progressieve hoop waren de resultaten in het kanton Antwerpen bij de verkiezingen op 9 juni jl. Toen behaalden de progressieve partijen in Antwerpen samen een fantastisch resultaat. Historisch zelfs. Groen, Vooruit en PVDA kregen maar liefst 46 procent van de stemmen. De peilingen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober bevestigen het: we zijn nog maar enkele percentages [verwijderd] van een progressieve meerderheid.” Aldus de eerste paragraaf van de oproep.

Stad terug in handen nemen

Áls zulke progressieve meerderheid zou worden behaald op 13 oktober, dan – zo besluit de oproep – wordt het mogelijk de stad terug (te) nemen, uit de handen van de gewetenloze huisjesmelkers, uit de handen van de graaiende projectontwikkelaars en uit de greep van een stadsbestuur dat zijn eigen inwoners liever viseert in plaats van er samen een duurzame toekomstvisie mee te ontwikkelen.”

Onzekerheden

Tegelijk moet er worden bij gezegd dat er toch wel enkele onzekerheden zijn, die dit hoopvol scenario kunnen ondermijnen. Zo is er eerst en vooral de afschaffing van de kies- of opkomstplicht. Niemand weet hoeveel kiezers er daadwerkelijk zullen opdagen op de verkiezingsdag, noch – misschien nog belangrijker – wie er juist thuis zal blijven. Verder is er ook de komst van Team Fouad Ahidar A+. Niemand weet hoeveel aanhang de lijst van dit Brusselse fenomeen in Antwerpen zal weten te verzilveren. Ook dat zou in het nadeel kunnen spelen van de andere progressieve of linkse partijen, door een verdere ‘fragmentatie van links’. Tenslotte is het helaas ook zo dat het huidige Antwerpse stadsbestuur (wellicht bewust) geen enkele moeite heeft gedaan om niet-Belgische inwoners te motiveren zich te laten registreren als kiezer. Zodat een groot deel onder hen niet eens een stem kán uitbrengen. Waarmee een heel reservoir van potentieel progressieve stemmen onbenut blijft.

Weinig appetijt bij Groen en Vooruit

Daarnaast betekent het behalen van een progressieve meerderheid in stemmen voor Groen, PVDA en Vooruit spijtig genoeg niet noodzakelijk dat er ook daadwerkelijk een progressieve coalitie zal gevormd worden. De appetijt daarvoor lijkt bij Groen en Vooruit eerder klein tot zelfs onbestaande te zijn. Bij Groen klinken er geluiden over een (al dan niet vermeend) gebrek aan loyaliteit en/of inzet bij de PVDA binnen de progressieve coalitie in Borgerhout – waar Groen de grootste is. Heel concreet is dat allemaal wel niet. Wellicht gaat het eerder om een frustratie tegenover het goed uitgebouwde apparaat van de PVDA, waar Groen niet echt iets tegenover kan stellen. Daardoor lukt het Groen blijkbaar minder goed om haar eigen verwezenlijkingen sterk in de verf te zetten. Spijtig, zeker. Maar men kan PVDA toch moeilijk verwijten dat ze sterke structuren hebben… Nogal wat kandidaten op de lijst van Vooruit gewagen dan weer van het “agressief campagne voeren door PVDA.” Gevraagd naar voorbeelden van zulke ‘agressieve campagne’ komt er niet veel meer boven water dan verhalen (o.a. door Vooruit-kandidaat Jan De Zutter) over jarenlang gebasht worden, uitgescholden worden voor neoliberalen, racisten, verraders, slippendragers van rechts, heulers met het imperialisme” en wat dies meer zij. Het weekblad Knack onderzocht eerder al soortgelijke klachten en concludeerde dat ze niet hard gemaakt kunnen worden. Fake news, dus. Maar het zet natuurlijk wel een toon.

Druk

Hoewel Bart Brinckman in De Standaard de ondertekenaars van de hoger vernoemde oproep omschrijft als “veelal een PVDA-etiket hebbend is het toch wel zo dat sommige ondertekenaars van de oproep voor een progressieve coalitie in Antwerpen ook kandidaat zijn op lijsten van Groen (lijstduwer Mieke Vogels bijvoorbeeld) en Vooruit (ACOD-vakbondssecretaris Uwe Rochus, kandidaat voor het district Antwerpen). De Gazet van Antwerpen schrijft dan ook dat “dit initiatief vooral de partijleiding van Groen en Vooruit onder druk zet. (...) Deze open brief is [daarmee] geen cadeau voor beide partijen. De ondertekenaars behoren nu eenmaal tot hun achterban. Dit zal de druk op Groen en Vooruit verhogen als ze eenmaal aan de onderhandelingstafel zitten en een coalitie met PVDA tot de mogelijkheden zou behoren.”

Moeilijk?

Vooruit-lijsttrekster Kathleen Van Brempt verklaarde op 6 oktober in de Zevende Dag dan weer dat nu vragen naar een progressief front, terwijl we net uit een redelijk vuile campagne [rond de genocidaire oorlog in Gaza] komen, dat is heel moeilijk.” Moeilijk dus, maar… misschien gaat moeilijk toch ook? Misschien is de deur dan ook nog niet helemaal dichtgegooid?

Monstercoalitie?

Patrick Janssens – kandidaat op de vierde plaats van de stedelijke Vooruit-lijst – denkt daar toch wat anders over. Net zoals Vooruit-voorzitter Conner Rousseau bepleit hij (zoals ik al eerder schreef) niets minder dan een nieuwe ‘monstercoalitie’ (bedoeld om ‘de extremen’ – Vlaams Belang én PVDA! – van de macht te houden). Zo’n monstercoalitie lijkt voor een min of meer comfortabele meerderheid minstens te moeten bestaan uit vier partijen (N-VA, Groen, Vooruit en CD&V, maar nog liever (want nóg comfortabeler) uit vijf (de voorgaande, aangevuld met OpenVLD). Echter, hoe ‘comfortabel’ deze cijfers ook lijken, in de praktijk zorgt zo’n ‘monstercoalitie’ tegelijk ook weer voor een gebrek aan… ‘comfort’. Elke partij zal zich immers onmisbaar willen tonen, waardoor het de komende zes jaar over en weer veto’s kan regenen in het college van burgemeester en schepenen én in de gemeenteraad. Bovendien zijn zowel CD&V als OpenVLD in de Scheldestad momenteel eerder een bedreigde diersoort. Veel stabiliteit valt daar dan ook niet van te verwachten.

Sterkere progressieve poot?

Een meerderheid van ‘het centrum’, met een sterkere ‘progressieve poot’ dan momenteel – zoals bepleit door Groen-lijsttrekker Bogdan Vanden Berghe, die “een progressieve draai wil geven aan het beleid” – en dus bestaande uit N-VA, Groen en Vooruit, lijkt dan weer maar vrij nipt te kunnen rekenen op de helft van de stemmen en lijkt daardoor onwerkbaar. Er moet dan maar een gemeenteraadslid afhaken (of overstappen) en die meerderheid is gebroken.

Veranderd speelveld

Kan de uitstekende score van de PVDA de deur naar een progressieve coalitie open wrikken? Het is zeker zo dat de juni-score van de PVDA het speelveld helemaal veranderd heeft. Van een partij voor een min of meer zuivere proteststem, is de PVDA nu uitgegroeid tot instrument voor een echt nuttige stem. Daar kan de PVDA haar voordeel mee doen. Ze doet dat met een ‘presidentiële’ campagne, opgebouwd rond het ordewoord ‘Stem Jos!’ – voor lijsttrekker Jos D’Haese. Wie De Wever weg wil als burgemeester, heeft zo eindelijk een haalbaar en zichtbaar alternatief. Áls de komst van het Brusselse fenomeen Team Fouad Ahidar zoals gezegd niet al teveel roet in het Antwerpse eten komt strooien en áls de linkse kiezers (nu de kies- of opkomstplicht is afgeschaft) in grote getale opdagen om te stemmen, kan deze aanpak inderdaad vruchten afwerpen.

Initiatiefrecht

Mocht dit er inderdaad toe leiden dat de PVDA (nipt) de grootste partij wordt in de Scheldestad, dan heeft Jos D’Haese meteen het initiatiefrecht in handen om twee weken lang (eerder kort, eigenlijk) te trachten een nieuwe, progressieve coalitie op de been te brengen, waarmee hij dan ook burgemeester zou kunnen worden. Tegelijk is het wel zo dat de PVDA dan misschien wel de grootste partij kan worden, maar dat ze er dan tegelijk ook belang bij heeft dat Groen en Vooruit niet al teveel van hun pluimen verliezen. Anders zal de droom van een progressieve meerderheid niet meer zijn dan... een utopische wensdroom.

Politiek of mathematiek?

Bij zoveel onzekere voorwaarden, lijkt de kans dat zulke coalitie daadwerkelijk een meerderheid zal kunnen halen, op dit moment dan ook eerder klein. Maar… politiek is veel meer dan mathematiek. Verkiezingsuitslagen weerspiegelen enkel een momentopname van diepere, dynamische krachtsverhoudingen. Die dynamiek, dat is waar het werkelijk om gaat. Wie dat niet gelooft, moet maar eens naar Frankrijk kijken.

Het Franse voorbeeld

Toen de Franse president Emmanuel Macron na voor zijn partij desastreuze Europese verkiezingen het parlement (de Assemblée National) ontbond, was de Franse linkerzijde hopeloos verdeeld over vier parlementaire partijen (de communistische PCF, de socialistische PS, het radicaal-linkse La France insoumise of LFI en het ecologistische Les Verts) en talrijke, elkaar beconcurrerende kleinere organisaties. Deze diverse linkse constellatie werd voor een groot stuk gekenmerkt door onophoudelijke onderlinge polemieken. Deze verdeeldheid was des te meer beangstigend, gezien de electorale opmars van het extreemrechtse Rassemblement National (RN), waar de linkerzijde wel veel argumenten tegenover plaatste, maar helaas geen echt effectieve politiek. Zoals historicus Vincent Scheltiens het onlangs uitdrukte “voert rechts een rechtse politiek, terwijl links geen linkse politiek voert.” De ‘gok van Macron’ leek dan ook uit te zullen draaien op een triomf voor uiterstrechts. Toch is dat niet wat er gebeurde. Waarom niet?

Oproepen

Op 10 juni 2024 lanceerde journalist, documentairemaker en links politicus François Ruffin samen met negen andere linkse personaliteiten een online petitie om handtekeningen te verzamelen van kiezers die wensen dat de linkse partijen zich verenigen in een ‘nieuw volksfront’. Deze petitie ontving binnen enkele uren honderdduizenden steunbetuigingen.

Tegelijkertijd publiceerden 350 politieke, intellectuele, artistieke en militante persoonlijkheden een opiniestuk in de krant Le Monde, waarin zij opriepen tot een alliantie van de linkse krachten, om de uitdaging aan te gaan met “de rampen van ons tijdperk.”

Onmiddellijk daarna riepen de vijf grootste vakbonden van Frankrijk (CGT, CFDT, UNSA, FSU en Solidaires) op om samen te manifesteren om hun eisen duidelijk te maken in de context van de opmars van extreemrechts. De CGT voegde daaraan toe op te roepen tot een ‘volksfront’ op basis van de syndicale eisen.

Nieuw Volksfront

Geconfronteerd met deze druk van onderuit, beslisten verantwoordelijken van de vier parlementaire linkse partijen over te gaan tot de vorming van het ‘Nieuw Volksfront’ – Nouveau Front Populaire. Als doelstelling wordt een breuk vooropgesteld met de politiek van president Macron, samen met verzet tegen het extreemrechtse Rassemblement National. Bovendien riepen deze vier leiders op tot een brede mobilisatie, van verenigingen, vakbonden en civiele samenleving. In reactie daarop vervoegden kleinere linkse partijen het nieuwe volksfront.

Gemeenschappelijk programma

Belangrijker nog dan deze – wezenlijk electorale – manoeuvres, was de totstandkoming van een gemeenschappelijk programma, dat de radicaliteit niet uit de weg ging met “een politiek programma om te breken met het verleden.” De aangekondigde ‘breuk met het verleden’ sloeg op het verhogen van het minimumloon, het bevriezen van de prijzen, het invoeren van progressievere belastingen, het ter beschikking stellen van een zeker aantal kubieke meter gratis water en het intrekken van de door Macron opgelegde verlenging van de pensioengerechtigde leeftijd – doelstellingen die werden overgenomen uit de eisenbundel van de vakbonden.

Potentiële splijtzwam

Een potentiële splijtzwam voor de hervonden linkse samenwerking bleef wel de buitenlandse politiek. Zo vinden sommige linkse krachten het moeilijk om ondubbelzinnig de terreuraanval van Hamas op 7 oktober 2024 te veroordelen, terwijl anderen dan weer moeite hebben met het afwijzen van de moorddadige, genocidale politiek van het zionistische Israël. Nog splijtender waren de meningsverschillen omtrent de oorlog van Rusland in en tegen Oekraïne. Verschillende linkse partijen staan daarbij op het standpunt dat Oekraïne moet worden gesteund met alle mogelijke middelen (waaronder ook wapenleveringen) om zich te kunnen verdedigen tegen de Russische agressie. De PCF en LFI vindt echter – net als de PVDA in België – dat wapenleveringen de oorlog alleen maar verlengen, daarom ongewenst zijn en dat “onmiddellijke onderhandelingen” de voorkeur wegdragen.

Ondubbelzinnige standpunten

Onder maatschappelijke druk – alweer! – van onderuit werden uiteindelijk ondubbelzinnige standpunten ingenomen over beide kwesties. Hamas werd veroordeeld voor haar moorddadige raid op 7 oktober 2024, maar tegelijk werd ook de genocidaire aanpak van de Palestijnen door Israël aan de kaak gesteld. Inzake Oekraïne schaarde het gehele ‘Nieuwe Volksfront’ zich achter de volgende formulering (mee aangedragen door de Oekraïense linkse organisatie Sotsialny Rukh – Sociale Beweging): “De aanvalsoorlog van Vladimir Poetin moet worden verslaan en hij [Poetin] dient voor de internationale rechter ter verantwoording geroepen te worden voor zijn misdaden; de soevereiniteit en vrijheid van het Oekraïense volk en de integriteit van haar grenzen moet resoluut verdedigd worden door de nodige wapens te leveren, de buitenlandse schuld van Oekraïne kwijt te schelden; de bezittingen van de oligarchen, die bijdragen aan de Russische militaire acties, dienen in beslag te worden genomen binnen het door het internationaal recht toegestane kader; vredeshandhavers (VN-blauwhelmen) moeten worden gestuurd om de veiligheid van de kerncentrales te garanderen en om te werken aan een rechtvaardige vrede voor Oekraïne.”

Zelfvertrouwen

Met dit programma met duidelijke breek- en standpunten hervond de gehele Franse linkerzijde haar zelfvertrouwen en won ze ook de steun van grote delen van de bevolking. Waardoor het Nouveau Front Populaire of NFP de grootste fractie werd in het Franse parlement.

Extreem centrum

Natuurlijk doen de economische ‘powers that be’ er alles aan om het Nouveau Front Populaire alsnog uit elkaar te spelen door een parlementaire coalitie op de been te brengen rond de (rechtse) premier Michel Barnier. Deze wou delen van de linkerzijde verleiden tot samenwerking met krachten van wat de Britse auteur Tariq Ali het ‘extreme centrum’ noemt. Vooralsnog lijkt deze ‘politique politicienne’ weinig tot geen ‘succes’ op te leveren. De nieuwe regering die Barnier op de been bracht, kon zo goed als geen enkele betekenisvolle figuur uit het linkse kamp verleiden.

Echte politiek

De reden daarvoor dient niet gezocht te worden bij de plotse ‘bekering’ van sommige centrumlinkse politici tot een radicaler politiek. Zij is louter en alleen het gevolg van het feit dat grote delen van de bevolking van onderuit opnieuw aan échte politiek zijn beginnen doen; opnieuw écht debatteren, opnieuw overgaan tot échte mobilisaties. Zij gaan daarbij resoluut weg van de neoliberale ‘consensus’ en vooruit naar waar het werkelijk om gaat: de verdediging van de belangen van de meerderheid van de mensen zélf! Deze wijziging van de maatschappelijke krachtsverhouding, dat is wat men in het Engels benoemd als de echte gamechanger.

Samengevat kunnen we de Franse ervaring als volgt omschrijven:

  • uit zichzelf konden of wilden de verschillende linkse partijen niet komen tot frontvorming en zelfs niet tot inhoudelijke overeenstemming;

  • alleen de druk van onderuit – vanuit de samenleving zelf – zorgde ervoor dat frontvorming én inhoudelijke overeenstemming bereikt konden worden;

  • dankzij de afgedwongen frontvorming, de inhoudelijke radicalisering én de volgehouden mobilisatie van onderuit kon het linkse front uitgroeien tot de grootste parlementaire fractie en daarmee electoraal overwinnen;

  • alleen de volgehouden mobilisatie van onderuit kon na de verkiezingen een nieuwe versplintering van het linkse front tegenhouden;

  • dankzij deze hermobilisering vanuit de diepte van de Franse samenleving kan er op langere termijn met vertrouwen verder gewerkt worden aan de herpolitisering van nog bredere lagen van de bevolking, die nu weten dat er een alternatief bestaat dat steunt op de verdediging van hun eigen belangen.

Als het regent in Parijs, druppelt het in… Antwerpen

Wat kunnen we vandaag in Antwerpen leren uit dit Franse voorbeeld? Verschillende zaken, denk ik.

Ten eerste dat (kopstukken van) Groen en Vooruit alleen bereid zullen zijn om een coalitie aan te gaan met PVDA als… ze niet anders kunnen. Ofwel omdat de PVDA inderdaad incontournable zou zijn (door daadwerkelijk de allergrootste partij te worden). Ofwel omdat er binnenin Vooruit en Groen voldoende druk uitgeoefend wordt op de kopstukken (waar de hierboven vernoemde oproep een element van vormt). Ofwel… omdat de druk vanuit de samenleving (zoals in Frankrijk!) ten voordele van zulke progressieve coalitie redelijk onweerstaanbaar zou zijn. Voor dat laatste zijn er de afgelopen maanden wel wat positieve ontwikkelingen geweest.

Gelatenheid

Jarenlang gedroeg het Antwerpse maatschappelijk middenveld zich nogal gelaten. De oorzaak daarvoor dient gezocht te worden bij een eerdere ‘monstercoalitie’. Om het Vlaams Blok na de gemeenteraadsverkiezingen in 1993 van de macht te houden, traden alle andere partijen toe tot een coalitie onder leiding van burgemeester Leona Detiège. Van vakbonden, wijkcomités, sociale en culturele verenigingen én prominente spreekbuizen werd verwacht dat zij hun gebeurlijke kritiek binnenskamers zouden houden, om… ‘het Vlaams Blok niet in de kaart te spelen’. Dat is ook wat er lange tijd gebeurde. Met als gevolg dat de Antwerpse sociale bewegingen zich nauwelijks of niet meer publiek roerden en daardoor na verloop van tijd ook aan slagkracht inboetten. Het is pas vrij recent dat dit langzaam begon te veranderen.

Bezwaarschriften

Zo werd bij de herinrichting van meerdere wegen (denk aan de Charlottalei, de De Keyserlei, enz.) overgegaan tot het kappen van bomen, wat aanleiding gaf tot buurtprotest. Deze protesten namen in aantal toe, wat leidde tot een ware explosie aan bezwaarschriften. Het stadsbestuur ging daar vrij lankmoedig mee om: meer dan 12.000 van die bezwaarschriften werden volgens de indieners ervan niet ernstig beantwoord, simpelweg opzij geschoven tot zelfs… verloren gelegd. Recent werd bij het stadhuis op de Grote Markt daarrond ludiek actie gevoerd door ‘Ongehoord’, een nieuw platform dat verschillende burgerbewegingen omvat.

APSMO

Het Antwerps Platform Sociale Middenveld Organisaties (APSMO), bestaande uit welzijnsorganisaties, vakbonden en de Universiteit Antwerpen, wilde komen tot een betere dialoog met het stadsbestuur. Dit leidde in oktober 2022 tot een studiedag met als doel “het sociaal beleid verder uit te tekenen en een toegankelijke sociale hulp- en dienstverlening te bekomen, die voldoet aan de zeven b’s: bereikbaar, beschikbaar, bruikbaar, bekend, betrouwbaar, betaalbaar en begrijpbaar.” Ondanks ongetwijfeld goede bedoelingen – onder meer van toenmalig Vooruit-schepen voor sociale zaken Tom Meeuws – bekoelde het enthousiasme van APSMO voor die ‘dialoog’ met het stadsbestuur. Aanleiding daarvoor waren drastische besparingen op de budgetten voor cultuur en jeugdwerk, waartegen dan ook actie werd gevoerd. Ook het niet indexeren van subsidies aan het sociaal middenveld werd aangeklaagd. Eerder waren er ook de weinig tactvolle woorden (om het zacht uit te drukken) van burgemeester Bart De Wever over daklozen, na het tragisch overlijden van twee onder hen in de fietsparking onder het Centraal Station. De Wever omschreef daklozen als mensen die ’totaal haveloos’ zijn, een ‘bijna dierlijke manier van leven hebben’ en ‘bijna allemaal, zo niet allemaal toxicomaan’ zijn”; woorden die door APSMO (terecht) veroordeeld werden. Nog eerder waren er ook al bedenkingen van APSMO bij ‘Operatie Nachtwacht’, volgens het stadsbestuur “de grootse veiligheidsoperatie in 20 jaar (…) met systematische identiteitscontroles, extra patrouilles én de inzet van pantservoertuigen”, gericht tegen het escalerende drugsgerelateerde geweld in de Scheldestad. APSMO twijfelde er sterk aan dat die aanpak de golf van aanslagen in het drugsmilieu zou doen stoppen en pleitte (vruchteloos) voor meer gemeenschapsgerichte politie, die de wijken goed kennen en dicht bij de burgers staan.

Stuivenberg

De reeds lang omstreden omgang van het stadsbestuur met vastgoedontwikkelaars gaf dan weer aanleiding tot het ontstaan van meerdere acties en actiegroepen. Denk daarbij o.a. aan ‘Omarm Stuivenberg’, een bewonersgroep die opkomt voor het belang van stilte in de wijk en tegen het getreuzel van het stadsbestuur inzake het voorzien in de nodige budgetten voor de herwaardering van de Stuivenberg-site.

Begijnhof

Diezelfde veronachtzaming voor het belang van stilteplekken in de drukke stad kwam ook naar boven in protest van bewoners en bezoekers van het Begijnhof bij de Ossenmarkt. Dat Begijnhof zal door de stad worden gerenoveerd; wat betekent dat de bewoners moeten vertrekken, zonder na renovatie te kunnen terugkeren, wat in het verkeerde keelgat schoot bij heel wat van de zestig huurders.

Oever

Het Begijnhof staat niet alleen. Aangestuurd door sommige leden van het stadsbestuur wenst AG Vespa – het autonome vastgoedbedrijf van de stad Antwerpen – meerdere buurten en stadseigendommen te “valoriseren”, wat staat voor “vermarkten”. Dat is bijvoorbeeld het geval aan de Oever, waar nu nieuwe assistentiewoningen van het Antwerpse Zorgbedrijf tegen gepeperde prijzen worden aangeboden, zodat ook daar voormalige bewoners van serviceflats niet meer kunnen terugkeren. Onder de noemer ‘serviceflats voor Jan met de hoed, niet voor Jan met de pet’ voerde de PVDA daar actie rond.

Ercola

Dezelfde vermarktingslogica wordt door AG Vespa ook toegepast tegen het kunstenaarscollectief Ercola in de Wolstraat (waar ik eerder al over schreef). Zij kregen bericht van AG Vespa om op te hoepelen. Begrijpelijkerwijs zijn bewoners en gebruikers van Ercola dat niet zomaar van plan. Zij hebben jarenlang noodgedwongen met eigen middelen voor het onderhoud moeten instaan. Bovendien lijken ze juridisch het gelijk aan hun kant te hebben.

Maagdenhuis

Ook de omgang van het stadsbestuur met de eigen musea verloopt lang niet altijd vlekkeloos. Zo waren er o.a. de perikelen omtrent het Maagdenhuis. Ook daarrond werd actie gevoerd, waar ik reeds eerder over berichtte. Vergeten we ook niet de fel omstreden toewijzing van een erfpacht aan Botanic Sanctuary, wat gepaard ging met bouwovertredingen, die… door het stadsbestuur alsnog geregulariseerd werden (ondanks negatieve adviezen van ambtenaren én districtspolitici). Ook daartegen tekenden buurtbewoners protest aan.

Actiecomité “Stop Uitverkoop Antwerpen”

De hier genoemde voorbeelden van de omstreden omgang van het stadsbestuur met haar eigen patrimonium leiden eveneens tot de oprichting van het Actiecomité Stop Uitverkoop Antwerpen, door Antwerpse burgers, die misnoegd zijn over de gang van zaken in de koekenstad rond stedelijk vastgoed en die oproepen tot herstel van het sociaal weefsel van de stad. Dit actiecomité organiseerde een stevig bijgewoonde protestactie in de Wolstraat, nam deel aan het protest in het Begijnhof en ondersteunde ook de eerder vermelde actie van platform ‘Ongehoord’.

Daarnaast maakte dit actiecomité ook een “memorandum voor een ommekeer in Antwerpen” op, met een stevig onderbouwd alternatief voor de aanpak van het huidige stadsbestuur. Het memorandum schetst waar het historisch is misgelopen in Antwerpen en somt vervolgens concreet op wat anders moet:

Stop de politiek van sociale verdringing

Red het sociaal weefsel van de stad

Bestrijdt de wooncrisis

Versterk de stedelijke democratie

Wie zal dit betalen?

Het is overigens opvallend dat enkel in dit memorandum een antwoord wordt gegeven op een pertinente vraag: hoe kunnen plannen voor meer betaalbare én sociale woningen, net zoals voor beter en (liefst) gratis openbaar en dergelijke meer, gefinancierd worden? Dat was een vraag van Bart De Wever aan Jos D’Haese tijdens een debat op het VRT-programma Terzake. Jos D’Haese beperkte zich tot het bepleiten van een (zeer lovenswaardige) taksshift, weg van de kleine luiden en gericht op de grote, multinationale ondernemingen. Misschien was Jos zenuwachtig (niet verwonderlijk) of misschien heeft hij in de drukte van de campagne de tijd niet gevonden om (bijvoorbeeld) het memorandum van het Actiecomité “Stop Uitverkoop Antwerpen” na te lezen? Mag ik Jos dan ook wijzen op de herhaaldelijke triomfberichten van De Wever zelf (met niet minder dan drie elkaar in de tijd opvolgende persberichten!) rond het volledig afbetalen van de historische schuld van de stad Antwerpen. De krant De Standaard wees er recent zelfs op dat de stad Antwerpen momenteel de laagste schuld per inwoner heeft (561 €) en tegelijk de grootste financiële beleidsruimte per inwoner (564,84 €) van heel Vlaanderen. De Wever presenteert dit ‘resultaat’ graag als een grote triomf voor een kernpunt uit zijn partijprogramma: gezond financieel beleid. Tegelijk, zo citeert De Standaard een experte, wil een krappe marge zeggen dat er weinig financiële beleidsruimte is, [terwijl] een hoge marge dan weer een aanwijzing kan zijn dat er te weinig beleid is gevoerd.” Het is inderdaad helaas dit laatste wat het geval is geweest in Antwerpen. Alle stedelijke diensten werden zoveel mogelijk verzelfstandigd, met al te krappe budgetten bedeeld, het vastgoedpatrimonium werd feitelijk in de uitverkoop gedaan, het statuut van de ambtenaren werd hen afgenomen (zodat ze niet meer kritisch durven zijn) en – als klap op de vuurpijl – bekwam het stadsbestuur de overname, door de vermaledijde Vivaldi-regering, van de pensioenlasten van vroeger gepensioneerde statutaire ambtenaren.

Ommekeer

Het Actiecomité “Stop Uitverkoop Antwerpen” wijst er dan ook terecht op dat de mantra van de stedelijke armlastigheid niet langer opgaat. Er kan wel degelijk geld gevonden worden om een andere politiek te voeren. Het is perfect mogelijk om de tot nu toe gevoerde politiek een halt toe te roepen, door te kiezen voor een ommekeer.” Een ommekeer die tegemoet kan komen aan de jarenlang niet ingevulde sociale, culturele en democratische noden.

Herwonnen slagkracht, tactiek van het eenheidsfront en politiek

Waarom som ik hierboven dit alles vrij uitgebreid (maar toch ook onvolledig) op? Wat heeft die opsomming te zoeken in een artikel dat gaat over (potentiële) linkse of progressieve eenheid of coalitievorming in Antwerpen? Wel, alles eigenlijk. Het is hier dat de lessen uit het Franse voorbeeld raken aan de Antwerpse werkelijkheid. Of er nu al dan niet een progressieve coalitie gevormd wordt na de verkiezingen van 13 oktober, is daarbij eigenlijk… van secundair belang. Véél belangrijker is dat de sociale meerderheid in Antwerpen zichzelf verder kan emanciperen, door zélf op te komen voor haar eigen belangen (wat ik zou durven omschrijven als de 'tactiek van het  eenheidsfront'). Daarmee kan er definitief komaf gemaakt worden met de in het verleden vrij gelaten opstelling van het Antwerpse sociaal en cultureel middenveld, in naam van een vermeende ‘depolarisering’ of (vruchteloos) zoeken naar ‘verbinding’. De Antwerpse sociale bewegingen kunnen zich zo weer meer en meer publiek roeren en daardoor na verloop van tijd ook meer aan slagkracht winnen. Met die herwonnen slagkracht kunnen zij daadwerkelijk wegen op eender welke bestuurscoalitie. In Antwerpen moet en zal, net zoals in Frankrijk, van onderuit afgedwongen moeten worden wat maatschappelijk noodzakelijk is. En dat is (volgens Aristoteles) niets anders dan de definitie van… politiek!